Organisatie

Werk Herman de Vries naar campus

Wageningen UR krijgt de beschikking over een werk van de bekende beeldend kunstenaar Herman de Vries. Het gaat om ‘veritas existentiae’, dat nu nog op de Biënnale in Venetië staat.
Roelof Kleis

Herman de Vries (1931) vertegenwoordigt ons land tijdens de Biënnale die in mei begon en nog tot 22 november duurt. De Vries exposeert daar met een serie nieuwe werken. Hetkunstwerk dat naar de campus komt is een brok steen (80x40x30 cm) waarin met vergulde letters de tekst veritas existentiae is gegraveerd. Dat is Latijn voor ‘de waarheid van wat is’. Het werk staat bij de ingang van het Rietveld Paviljoen op de Biënnale.

Die tekst vat volgens Nico van Breemen van de Wageningse galerie Wit prima het werk van De Vries samen. ‘En het slaat ook op het wetenschappelijke bedrijf: de zoektocht naar de werkelijkheid.’ Van Breemen, oud-hoogleraar Bodemvorming en ecopedologie aan Wageningen Universiteit, is tegenwoordig galeriehouder. Galerie Wit is een van de twee galerieen die Herman de Vries in ons land vertegenwoordigen..

Het idee om veritas existentiae naar de campus te halen is volgens Van Breemen van Cees de Boer, curator van het Nederlandse paviljoen op de Biënnale. ‘Ik heb het vervolgens aan Louise Fresco en de Raad van Bestuur voorgelegd. Afgesproken werd dat de universiteit de helft zou betalen, als ik de rest van de financiering rond zou krijgen.’ Dat is dus gelukt, onder meer door bijdragen van kunstminnende werknemers en alumni van Wageningen UR en een bijdrage van het Wagenings Universiteitsfonds (WUF).

Herman de Vries heeft Wageningse roots. Hij werkte van 1952-56 bij de Plantenziektekundige Dienst en van 1961-68 bij het Itbon (Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de Natuur), een voorloper van Alterra. Sinds 1970 is hij als fulltime kunstenaar gevestigd in Eschenau in Zuid-Duitsland. Veritas existentae is een werk uit de reeks ‘sporen’. De Vries gebruikt hiervoor stenen of rotsen, waar hij existentiele teksten op aanbrengt.

Wageningen UR heeft al een werk van De Vries in bezit. Het gaat om een van de zogeheten toevalsreliëfs die hij in de jaren zestig en zeventig maakte. Het zijn panelen of tekeningen die gebaseerd zijn op willekeurige (random) getallenreeksen. De Vries gebruikte die getallenreeksen om niet-persoonlijke, objectieve kunst te maken. Voor het Itbon maakte hij in 1962 een reusachtig paneel van 600×60 cm. Het kunstwerk hing lange tijd in Lumen, maar is op dit moment uitgeleend aan het Rijksmuseum. In het Kröller-Müller loopt (tot 15 november) een expositie over de toevalstekeningen..

Herman de Vries wordt als één van de belangrijkste nog levende Nederlandse kunstenaars gezien. In ons land richtte hij samen met onder meer Armando de NUL-groep op, in navolging van de Düsseldorfer ZERO-groep. Het Stedelijk Museum besteedt nog tot 8 novemberaandacht aan deze groep. Veritas existentiae komt volgens Van Breemen kort na 22 november, het einde van de Biënnale, naar de campus. Waar het een plekje krijgt is nog niet duidelijk.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.