Organisatie
Studentenleven

Uitgeburgerd

Voor veel buitenlandse studenten en promovendi komt de Nederlandse directheid als een schok. Maar naar verloop van tijd blijken ze zelf ook steeds assertiever en haastiger te worden. Dat leidt tot confronterende situaties in eigen land. 'Ik vond het verschrikkelijk om van mijn beste vriendin te horen dat ik arrogant geworden was.'tekst: Stijn van Gils…

Joke Marinissen hoort de verhalen regelmatig: buitenlandse PhD-ers die na enige tijd terugkeren in eigen land om daar te ontdekken dat ze vervreemd zijn van hun omgeving. Zo kent ze een Chinese vrouw die na haar promotie en terugkeer een levenspartner kon vergeten. Ze paste niet meer in het Chinese ideaalplaatje. Een Afrikaan moest zelfs vluchten toen bleek dat hij iets te enthousiast was geworden in zijn afkeer van de plaatselijke dictator. Hij woont nu in de Verenigde Staten. Meestal zijn de gevolgen natuurlijk niet zo heftig, maar volgens Marinissen, die onderwijstraining geeft aan PhD-ers, is het ‘uitburgeren’ een veelvoorkomend verschijnsel onder buitenlandse gasten. ‘Terug in eigen land blijken ze een waasje Nederlandsheid over zich te hebben dat snel wordt opgemerkt. Ze kunnen zich niet meer zomaar voegen naar het oude nest.’

Unheimisch

Een cultuurschok is het unheimische gevoel dat je hebt als je in een ander land gaat wonen. Iedereen die in het buitenland studeert of woont krijgt er in meer of mindere mate mee te maken. Een cultuurschok verloopt in een aantal stadia volgens een u-curve. Eerst ben je dolblij met je nieuwe omgeving, en zie je alle verschillen – in levensritme, taal, eten of het weer – in een romantisch licht. Helaas gaat die fase over in irritatie over bijvoorbeeld hygiëne, omgangsvormen of persoonlijke ruimte. Daarna volgen aanpassing aan de nieuwe omgeving, en ten slotte vind je een balans tussen de twee culturen. Als je teruggaat naar je eigen land, doorloop je diezelfde stadia weer. Althans in theorie.

Spijkerbroek

‘In het echt is het veel genuanceerder’, vertelt Rico Lie, universitair docent van het vak interculturele communicatie. ‘Iedereen doorloopt de stadia in zijn eigen tempo. Bovendien is het niet gezegd dat je uiteindelijk een goede balans vindt.’ Doordat je het niet verwacht, is de omgekeerde cultuurschok soms heftiger dan de eerste. ‘Vooral voor studenten kan dat lastig zijn’, meent Lie. ‘Ze zijn in een heel ander land geweest waar ze zichzelf ook mentaal ontwikkeld hebben.’ Ook de houding ten opzichte van macht kan permanent veranderen, meent Joke Marinissen. ‘Professoren lopen hier in een spijkerbroek en zijn gewoon aanspreekbaar, dus autoriteit wordt hier anders beleefd en vormgegeven dan in andere landen. Daarnaast is er het verschil tussen individuele verantwoordelijkheid of juist die binnen een groep . Die twee elementen vormen een interessante combinatie.’ Soms stabiliseert het gevoel van vervreemding weer, maar soms zijn de ervaringen zó intens dat de studenten hun draai niet meer kunnen vinden, besluit Rico Lie. ‘In die gevallen houden ze de behoefte om weer weg te gaan. Zo krijg je de cosmopolieten, mensen die overal een beetje en nergens echt thuis zijn.’

‘Ze zei dat ik arrogant geworden was’

Mohammed ArmaniMasterstudent Forest and Nature Conservation, uit Ghana ‘Tijdens mijn veldwerk in Ghana ontmoette ik één van mijn beste vriendinnen. Ze vroeg me of ik haar kon helpen met geld pinnen uit de automaat. Jemig, dacht ik, dat kun je zelf toch ook? Ze werd toen heel boos en zei dat ik arrogant geworden was. Dat was heel vervelend om te horen. Ik snap het gewoon niet. Kun je één automaat noemen die echt ingewikkeld werkt? Waarom zou je jezelf niet vertrouwen? Toen ik zelf in Nederland aankwam, had ik de verkeerde trein genomen. Ik arriveerde in Zwolle in plaats van Ede-Wageningen. Eenmaal op mijn kamer ben ik precies uit gaan zoeken hoe het openbaar vervoer in Nederland werkt en nu begrijp ik het. Veel van mijn Ghanese medestudenten zie ik nu nog steeds vragen waar ze naar toe moeten, dat snap ik gewoon niet. Waarom zou een Europeaan dit wel kunnen begrijpen maar een Afrikaan niet? Als ik in Ghana ben kan ik me nu heel boos maken over te laat komen. Zo had ik eens een officiële vergadering om negen uur ergens in een stad. En reizen gaat dus niet zoals in Nederland hè. Geen 9292, maar op straat zoeken naar een taxi die je naar een bus wil brengen en dan vervolgens hopen dat de bus rijdt. Ik had zo mijn best gedaan om op tijd te komen. En ik was er, vijf minuten voor negen. Om vervolgens te moeten wachten tot de vergadering, ruim een half uur te laat, van start ging. Maar ja, het zijn hoger geplaatste mensen, dus daar kun je dan toch niets van zeggen. Ik zou graag in Europa een PhD doen, maar alleen over Afrikaanse ecosystemen. Ik zal nooit Europeaan worden. Hier moet ik over elke stap nadenken, terwijl het in Afrika vanzelf gaat. En ach, eigenlijk hou ik wel van alle verwarring en chaos. Diep in mijn hart blijf ik Afrikaan.’

‘Iedereen is altijd zo positief’

Dian Suliantí Masterstudent Leisure, Tourism and Environment, uit Indonesië ‘In het begin moest ik wennen aan de Nederlandse directheid. Toen ik voor het eerst in Nederland in de trein zat, had ik veel bagage bij me. Een man stoorde zich eraan en noemde mij idioot. Ik spreek geen Nederlands, maar ik snapte best wat dat betekent. Zelf probeer ik tactischer te zijn, maar tijdens mijn veldwerk in Indonesië merkte ik dat ik toch een beetje veranderd ben. Ik reed met een vriendin door de omgeving en vroeg of ze honger had. ‘Nee, nee’, zei ze. Toen ik na een tijdje zelf honger kreeg zijn we wat gaan eten. Achteraf scheen ze al heel lang honger te hebben, maar ze wilde het niet zeggen. Sinds ik in Wageningen woon, let ik veel slechter op lichaamstaal. Iemand moet me zeggen wat ie wil, vroeger kon ik dat veel beter aan iemand zien. Ook bij het maken van mijn thesis had ik daar moeite mee. Ik deed onderzoek naar Chinese gemeenschappen in Indonesië. Die zijn erg gesloten. Soms klapten mensen helemaal dicht als ik een directe vraag stelde. Ook mijn ouders vinden dat ik individueler ben geworden. Toch ben ik niet juichend over alles wat Nederlands is. Nederlandse vrouwen bijvoorbeeld vind ik vaak te dominant. Bij vergaderingen willen ze altijd aan het woord, met zo’n uitstraling van ‘ik ben hier’. Ik denk dat er daarom veel Nederlandse mannen zijn die voor een buitenlandse vrouw kiezen. Of ik in Nederland zou willen blijven, weet ik niet. Dat hangt er vanaf welke kansen ik krijg. Ik ben pessimistisch want mijn cijfers zijn niet supergoed. Waar ik echt jaloers op ben is de Nederlandse zelfverzekerdheid. Iedereen is altijd zo positief. Eigenlijk moet ik dat ook gewoon proberen.’

‘Eigenlijk vind ik het directe fijner’

Ehsan Kamalipour Masterstudent Horticulture Chains (VHL), uit Iran ‘Toen ik op Dijkgraaf kwam wonen, deed mijn licht het niet. Mijn huisgenoten zeiden dat ik het beste een e-mail naar Idealis kon sturen. Gewoon een e-mail, naar een officieel instituut. Waarin je zegt dat je iets gedaan wilt hebben. In Iran zou dat ondenkbaar zijn. Daar moet je langs bij een loket en er gebeurt niets voordat je de nodige stempels hebt. Terwijl hier binnen een week mijn lamp werd gerepareerd, ik vond dat geweldig. Maar nu denk ik: een week? Dat is wel erg lang. Dus ja, ik ben zeker veranderd. Wanneer ik nu een studiegenoot iets zie doen wat ik vreemd vind, zeg ik nu gewoon: what the hell are you doing?’ In mijn cultuur is dat niet normaal. Het is al vreemd om ‘nee’ te zeggen. Als je iets niet wil, dan moet je er omheen praten, zodat de ander denkt: we gaan het anders doen. Met mijn vrienden heb ik contact via Skype. Zij zien de verandering en moeten eraan wennen. Iemand vroeg me bijvoorbeeld wat het red light district in Amsterdam betekent. Toen ik vertelde dat vrouwen daar seks hebben waarvoor ze betaald worden, waren mijn vrienden erg verbaasd, en jaloers. Niet om wat er daar gebeurt, maar om hoe ik het beschreef. We praten normaal op een toegedekte manier over dit soort zaken, met veel metaforen. Eigenlijk vind ik het directe fijner. Ik geloof wat ik zeg, waarom zou je er dan omheen draaien? Of ik per se Nederlandser ben geworden kun je je afvragen, aangezien ik in een klas zat zonder een enkele Nederlander. Maar internationaler ben ik in elk geval en dat gevoel wil ik nooit meer kwijt. Ik ben nu bijna afgestudeerd. Ik zou het geweldig vinden als ik in Europa zou kunnen blijven werken.’

‘Ik startte onmiddellijk een discussie’

Caucasella Díaz Promovendus Bio-interacties en Plantgezondheid, uit Mexico ‘Eerst zag ik mijn verblijf in Wageningen allemaal als één groot avontuur. Maar ik miste mijn familie ook heel erg. Inmiddels woon ik zevenenhalf jaar in Nederland, maar elke kerst ga ik even terug naar huis. Heel geleidelijk zagen mijn ouders een verandering. Enerzijds ben ik toleranter geworden naar andere meningen, maar tegelijk ben ik minder tolerant als ik mijn eigen mening niet kan uiten. De eerste keer dat het anderen opviel was drie jaar geleden. Een vrouw bij het kraampje zei ons dat we geluk hadden dat we vroeg waren. ‘Want’, zei ze, ‘als ik langer in de zon sta, gaat ook de prijs omhoog. En toeristen, die betalen sowieso meer’, voegde ze er nonchalant aan toe. Ik vond dat oneerlijk en startte onmiddellijk een discussie. Mijn vrienden stonden er omheen met en blik van: waar ben je nu mee bezig? Vroeger zou ik hier nooit aandacht aan besteed hebben. In e-mails merk ik het ook. Ik antwoord soms met punt 1: ja, punt 2: nee. Dat wordt in Mexico niet verwacht. Laatst was ik nog maar net op tijd met een excuusmailtje. Ook zoek ik veel sneller consensus dan vroeger. Als we in Mexico met een groepje naar de bioscoop willen, ben ik de persoon die ons naar een gezamenlijke film poldert. Terug in Mexico ga ik Nederland missen, maar ik zie mezelf hier niet snel mijn leven lang wonen. Ik wil mijn land iets teruggeven. Ik wil studenten leren dat alles mogelijk is en je verder moet kijken dan je horizon. Voor Nederlandse studenten is zo’n les niet echt nodig, voor Mexicanen wel.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.