Organisatie

‘Nauwe band met bedrijfsleven bestond altijd al’

De nauwe band tussen onderzoek en het bedrijfsleven was er tijdens de begindagen van WUR ook al. Toch is de relatie wel veranderd, aldus Harro Maat.
Stijn van Gils

© Nationaal Museum van Wereldculturen. Wagenings onderzoek speelde een grote rol in de palmolieplantages in Sumatra. Bedrijven als Unilever hadden een belang bij dat onderzoek.

Maat is als universitair docent werkzaam bij de leerstoelgroep Kennis, Technologie en Innovatie en verdiepte zich nauwgezet in de geschiedenis van WUR. Steevast is daarin een relatie met het bedrijfsleven te vinden. ‘Rond 1870, toen de eerste voorlopers werden opgericht, bestond het onderzoek vooral uit het testen wat wel werkte en wat niet’, vertelt hij. ‘Veel onderzoek ging bijvoorbeeld om het testen van verschillende vormen van bemesting. Nederland liep op dat vlak achter op andere landen en de overheid wilde dat met onderzoek oplossen.’

Overheid gaf vorm aan samenwerking

Over de werking van verschillende meststoffen was nog weinig bekend. Nederlandse kunstmestproducenten, en vooral DSM, gebruikten veldproeven van Wageningse onderzoekers niet alleen om hun producten te verbeteren maar ook als verkoopstrategie richting de boeren. Het onderzoek diende daarbij als kwaliteitslabel.’ Net als nu was het volgens Maat vooral de overheid die de samenwerking initieerde. ‘Wetenschappers zelf zaten er minder op te wachten. Zij waren liever vrij om hun eigen onderzoek te bepalen.’

Maatschappelijke discussie over de onafhankelijkheid van het onderzoek en sturing door het bedrijfsleven was er destijds echter niet. Onderzoekers zelf waren soms wel kritisch. ‘In Nederlands Indië werd bijvoorbeeld suiker verbouwd ten koste van rijst. Er werd onderzocht in hoeverre rijstteelt na een intensieve suikerteelt nog wel mogelijk was. De suikerindustrie probeerde dergelijk onderzoek te dwarsbomen’, vertelt Maat.

De suikerindustrie probeerde onderzoek te dwarsbomen

Kleinere bedrijven

De meeste bedrijven met wie WUR destijds samenwerkte waren aanzienlijk kleiner dan nu. Deze bedrijven richtten zich vooral op de boer als hun klant. Later kwam daar de verwerkende industrie voor in de plaats en werden consumenten veel belangrijker. Tussen 1940 en 1980 groeiden bedrijven in omvang en hadden daarmee de middelen om zelf onderzoek te doen.

Toen in de jaren tachtig de crisis uitbrak, bezuinigden bedrijven op hun onderzoek. Opnieuw onder aanvoering van de overheid namen universiteiten dat onderzoek deels over. De huidige relatie met het bedrijfsleven is daar volgens Maat grotendeels het gevolg van. Hij is kritisch over het belang van dit onderzoek met bedrijven, dat nog altijd grotendeels door de overheid wordt gefinancierd. ‘Uit evaluaties van samenwerking tussen bedrijven en universiteiten blijkt dat veel onderzoek onder de vlag van samenwerking anders ook wel gedaan was, maar dan op kosten van het bedrijf zelf.’

17 april organiseren Wageningen Young Academy en Studium Generale een debat over de samenwerking tussen het bedrijfsleven en wetenschappers bij WUR.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.