Wetenschap

Lokstof tegen zwemmersjeuk

Zwemmers in open water lopen nogal eens zwemmersjeuk op. Marieke de Lange (Alterra) gaat op zoek naar een manier om die jeuk te voorkomen.
Roelof Kleis

Foto Guy Ackermans

Buiten is het eind juni. Binnen in de klimaatkamer van Alterra is het vroeg voorjaar (15 oC) en staan een zestal bakken met samen meer dan 500 poelslakken. Een paar dagen geleden zwommen of dreven de Lymnaea stagnalis nog in een meertje bij Emmeloord. Ongeveer een op de twintig slakken heeft Trichobilharzia aan boord, de parasiet die verantwoordelijk is voor zwemmersjeuk.

Van buitenaf zie je er niks van, legt ecologe De Lange uit. ‘Alhoewel, ze zeggen dat de geïnfecteerde slakken groter zijn. Daar gaan we dus het eerst mee aan de slag.’ Concreet betekent dit, dat De Lange uit gaat vogelen waarom wij mensen interessant zijn voor de larven (cercariën geheten) die de slak als gastheer gebruiken. De slak is een tussenstation in de ingewikkelde levenscyclus van de Trichobilharzia.

n het voorjaar, als het water warm genoeg is, zwermen de cercariën (tot wel 10.000 per slak) en masse uit, op zoek naar een warmbloedige watervogel. In de vogel legt de volwassen geworden platworm zijn eitjes. Die komen via de poep in het water, ontwikkelen zich tot kleine larfjes (miracidia) en gaan po zoel naar een slak als gastheer. Dat de cercariën ons als gastheer zien, is dus een vergissing. Het beestje kan onze bloedbaan niet binnendringen.Maar je krijgt er dus wel akelige bultjes en dito jeuk van.

Er zijn experimenten gedaan die erop wijzen dat je de larfjes kunt lokken met linolzuur

Marieke de Lange

Dat wij cercariën aantrekken komt volgens De Lange mogelijk door linolzuur dat wij uitscheiden. ‘Dat is tenminste zo bij de bilharzia-variant die in de tropen voorkomt. Er zijn experimenten gedaan die erop wijzen dat je de larfjes kunt lokken met linolzuur.’ De Lange gaat testen of die vlieger ook opgaat met de Hollandse cercariën. Naast linolzuur wordenook cholesterol en ceramide als lokstof getest, alle drie stoffen die zowel in de huid van eendepoten als die van de mens zitten. Als het lokmiddel werkt, opent zich een weg om de larven weg te vangen.

‘Het uiteindelijke idee is om touwen in zonnebloemolie (linolzuur) te drenken en die aan een boeilijn om zwemwater te spannen’, legt De Lange uit. Met een soort gordijn van touwen wil ze het water schoonvissen. ‘Ongeveer zoals lokschapen ingezet worden tegen teken. Daarnaast gaan we data verzamelen om te kijken of er een patroon zit in het voorkomen vanzwemmersjeuk.’ Zij gebruikt daarbij gegevens van waterschappen, GGD en de provincies.

De Lange doet het onderzoek in opdracht van zes waterschappen en twee recreatieondernemers. Waterschappen hebben regelmatig te maken met klachten over zwemmersjeuk. Exacte gegevens over meldingen zijn volgens De Lange overigens moeilijk boven water te krijgen. ‘Maar de ervaring is dat de klachten de laatste 5-10 jaar toenemen.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.