Organisatie
Achtergrond

Hoogleraar Katrien Termeer gelooft in stapsgewijze verandering: ‘Simpele oplossingen bestaan niet’

Ze studeerde nooit bestuurskunde en bracht een groot deel van haar carrière buiten de academisch wereld door. Toch is Katrien Termeer erin geslaagd om uit het niets een zeer succesvolle leerstoelgroep bestuurskunde op te bouwen. Haar kroonjuweel is de theorie van de small wins, over verandering in kleine, betekenisvolle stappen.
Tessa Louwerens

tekst en foto’s Tessa Louwerens

‘Met het huidige tenure-tracksysteem was ik nooit aangenomen als hoogleraar’, stelt Katrien Termeer droogjes vast. ‘Ik was wel gepromoveerd, maar had verder nauwelijks publicaties en van een h-index had ik nog nooit gehoord.’ Ze had daarentegen wel vele jaren praktijkervaring, onder andere als ambtenaar bij het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij. ‘Dat helpt enorm, omdat ik weet hoe ik die twee werelden moet verbinden.’

Eind 2005 begon Termeer als hoogleraar bestuurskunde bij de gloednieuwe leerstoelgroep Public Administration and Policy. Ze kreeg een klein kantoortje in de Leeuwenborch, uitgerust met enkel een bureau en een telefoon. ‘Ik moest de groep letterlijk van de grond af opbouwen. Ik mocht één aio en één universitair docent aannemen. Daarna was het vooral een kwestie van onderwijs en onderzoek binnenhalen. Gelukkig had ik al een groot netwerk, dus ik heb die telefoon opgepakt en ben begonnen.’

Hoogste scores

Dertien jaar later heeft Termeer ruim 200 publicaties op haar naam, en die h-index wist ze in korte tijd op te krikken van 1 naar 30. Ze zit nu in een groot kantoor in de Leeuwenborch en haar leerstoelgroep haalde bij de laatste visitatie op alle onderdelen de hoogst mogelijke score. Een hele prestatie, zeker als je bedenkt dat Termeer nooit bestuurskunde heeft gestudeerd.

‘Als meisje wilde ik graag tuinarchitect worden’, vertelt de dochter van een Brabantse leerlooier. Ze koos voor landschapsarchitectuur in Wageningen, maar liep al snel vast . ‘Ik vond het erg interessant op kleine schaal, maar vond het moeilijk om hele landschappen te ontwerpen en mijn ideeën te vertalen naar vormgeving.’ Ze stapte over naar cultuurtechniek en ging na haar afstuderen in 1987 aan de slag bij Rijkswaterstaat, waar ze grondwaterplannen doorrekende. ‘Dat was heel technisch werk en ik vond het helemaal niet leuk.’

Termeer deelde haar kantoor met een collega die zich bezighield met bestuurskunde en raakte geïnteresseerd in het vakgebied. Toen er een vacature kwam voor een promotieplaats bestuurskunde bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, trok ze de stoute schoenen aan. ‘Tijdens het sollicitatiegesprek vroegen ze welke bestuurskundige theorieën ik wilde gaan toepassen Ik antwoordde eerlijk: Geen flauw idee, ik ken er geen.’ Het bleek geen probleem; Termeer kreeg de promotieplaats en haar onderzoek naar het mestbeleid won een prijs voor het beste bestuurskundige proefschrift.

Weerbarstige problemen

Na haar promotie verruilde Termeer de academische wereld voor het ministerie van LNV en later voor Sioo (zie cv). Maar in 2005 gooide ze opnieuw het roer om en koos ze voor het hoogleraarschap in Wageningen. Samen met haar collega’s werkt ze aan zogenaamde ‘weerbarstige vraagstukken’ zoals klimaatverandering, duurzame landbouw, voedselzekerheid en circulaire economie. Het lastige daaraan is dat er veel verschillende partijen met uiteenlopende belangen bij betrokken zijn, vertelt Termeer. ‘Ze kunnen het vaak al niet eens worden over wat nu eigenlijk precies het probleem is.’

‘Weerbarstige problemen kun je niet in één klap oplossen en je bent er vrijwel zeker nooit klaar mee’, vervolgt Termeer. ‘Soms leidt de oplossing van vandaag tot het probleem van morgen. Denk bijvoorbeeld aan het besluit om vanwege het dierenwelzijn over te stappen van legbatterij- naar scharrelkippen. Dat leidde tot fijnstofproblematiek. Daar kwamen luchtwassers voor, maar die brachten de brandveiligheid van stallen weer in gevaar. Het is onmogelijk om dit allemaal te overzien.’

Met weerbarstige problemen ben je vrijwel zeker nooit klaar

Cynisme

Er zijn volgens Termeer twee manieren waarop mensen vaak met weerbarstige vraagstukken omgaan. De eerste is versimpeling. ‘Dan krijg je bijvoorbeeld politici die van alles aan hun kiezers beloven wat ze niet waar kunnen maken.’ De tweede is cynisme: niks helpt, dus ik kan er niks aan veranderen. ‘Dan zeg ik: de wereld is nu eenmaal complex, deal with it! Als we echt willen verduurzamen, moeten er meer ingrijpende veranderingen plaatsvinden. Meer van hetzelfde werkt niet.’

Wat Termeer vooral fascineert, is hóe mensen veranderen. Ze gebruikt theorieën om dit te onderzoeken en probeert die te vertalen in ‘handelingsperspectieven’ voor de dagelijkse bestuurlijke praktijk. ‘Simpele oplossingen bestaan niet, en voor iedere stap richting duurzaamheid is samenwerking tussen uiteenlopende partijen nodig. Je kunt niet simpelweg iedereen in een zaaltje zetten, de deur dicht trekken en zeggen: succes ermee!’

Als ambtenaar heeft ze dat aan den lijve ondervonden tijdens een overleg over natuurontwikkeling op landbouwgrond. ‘Dat eindigde met een staatsecretaris die door de ME moest worden weggeleid. Kaarten waren uitgelekt en boeren hadden gezien dat het om hun grond ging.’ Het was een eyeopener voor Termeer. ‘Je moet altijd goed nadenken over hoe je zoiets opzet, want er zijn vaak grote belangen in het geding, zoals in dit geval boerderijen die al generaties lang in de familie zijn.’

Small wins

Een van Termeers grootste successen is haar theorie van de small wins. Het idee is dat kleine, betekenisvolle stapjes uiteindelijk de sleutel tot verandering zijn. Iedereen – burgers, ambtenaren, politici, bedrijven – kan zo’n stapje zetten. Ter illustratie noemt Termeer het voorbeeld van een boer in Brabant die zijn varkens dag en nacht in de wei houdt. ‘Dat is een kleine, lokale verandering, maar hij werkt door. Want dit is in strijd met de regels; varkens mogen niet zomaar buiten rondlopen, vanwege het risico op ziektes.’ Om deze juridische barrière te doorbreken, heeft de boer een Green Deal gesloten met de overheid. Ook heeft de provincie subsidie verstrekt om te onderzoeken of deze vorm van varkenshouderij toekomst heeft.

De oplossing van vandaag leidt soms tot het probleem van morgen

De reacties op de small wins-theorie zijn soms sceptisch, vertelt Termeer. ‘Met zoiets kleins ga je de wereld toch nooit redden, zeggen mensen dan. En dan zeg ik: uiteindelijk wel. Mits het betekenisvolle stapjes zijn. Die stapjes zijn namelijk niet eenvoudig, omdat ze een andere manier van denken vergen en vaak ook schuren met bestaande regels en businessmodellen.’

Verder is het belangrijk dat het niet bij één stapje blijft, maar dat een verandering zich verdiept en verspreidt, zegt Termeer. Het Amsterdamse burgerinitiatief Wasted is daar volgens haar een mooi voorbeeld van. Deelnemers zamelen in hun wijk plastic in en krijgen voor elke zak een digitale munt die ze bij aangesloten winkels kunnen uitgeven. Zo wordt recycling gestimuleerd in wijken waar dat nu nog weinig gebeurt. Langzaamaan verspreidt zo’n project zich over meerdere wijken en ontstaan er in zijn kielzog weer nieuwe projecten, vertelt Termeer. Inmiddels zijn de initiatiefnemers uitgenodigd bij het World Economic Forum.

Dergelijke verspreiding en verdieping is volgens Termeer cruciaal. ‘Het idee van kleine stapjes wordt nog wel eens misbruikt als excuus om laaghangend fruit te plukken. Maar het heeft geen zin om voor simplistisch kortetermijngewin te gaan.’

Wereldverbeteraars

Termeer doet ook veel onderzoek buiten Europa, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam, integraal voedselbeleid, met aandacht voor gezondheid, voedselveiligheid, armoede, biodiversiteit, klimaat en dierenwelzijn. ‘Voor zo’n integraal beleid moeten mensen van gezondheidsministeries samenwerken met mensen van het landbouwministeries en milieuministeries. Daarvoor moet niet alleen de structuur, maar ook de cultuur veranderen.’ Termeer onderzoekt hoe dat in zijn werk gaat en wat er nodig is om het mogelijk te maken. ‘Zo kijken we in Zuid-Afrika en Uganda hoe ze dat aanpakken, of er daadwerkelijk iets gebeurt en niet alleen op papier, welke factoren van invloed zijn en welke condities zorgen dat het werkt.’

Die systeembenadering is wat Termeer naar Wageningen trok. ‘Of het nu gaat om voeding, klimaat of landbouw, het zijn allemaal complexe maatschappelijke vraagstukken waar WUR oplossingen voor probeert te vinden. En om tot die oplossingen te komen, heb je altijd bestuurskundige kennis nodig.’ Daarom is het volgens haar belangrijk om bestuurskundigen al in een vroeg stadium bij onderzoek te betrekken. ‘Als we wachten tot een technische oplossing is ontwikkeld en dan pas gaan nadenken over de governance, is het vaak te laat. Dan blijkt bijvoorbeeld dat de oplossing strijdig is met beleid dat al lang is geschreven.’

Ze probeert dit ook aan haar studenten mee te geven. ‘De collegezalen zitten vol wereldverbeteraars. Dat is heel goed, maar doe het dan wel op een slimme manier. Als je snapt hoe het machtsproces werkt, kun je deelnemen aan het spel en veel meer impact hebben.’

Polderen

Termeer past deze les zelf ook toe. Ze besteedt ongeveer één dag in de week aan nevenfuncties. Zo is ze toezichthouder bij ontwikkelingsorganisatie Solidaridad en lid van de Raad van Openbaar Bestuur, die adviseert over de inrichting en het functioneren van de overheid. Afgelopen september is ze tevens benoemd tot één van de 22 kroonleden bij de Sociaal-Economische Raad (SER), een positie die eerder werd bekleed door onder andere Louise Fresco.

De SER is een overlegorgaan van werkgevers, werknemers en onafhankelijke kroonleden dat de regering en het parlement adviseert over sociaal-economisch beleid. Termeer zal zich vooral bezighouden met internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, bijvoorbeeld in de goud- en textielindustrie. ‘Voor mij staat de SER voor het poldermodel, niet in termen van pappen en nathouden, maar door middel van kleine stappen en in overleg met alle partijen vooruitgang boeken.’

Juist in de huidige tijd van polarisatie en fragmentatie is dit volgens Termeer relevant. ‘De complexe vraagstukken die de SER behandelt, vergen samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven, werkgevers en ngo’s. Als kroonlid deel ik mijn expertise en bemiddel ik tussen die verschillende partijen. Op het moment ben ik mij nog aan het inlezen, dus ik heb nog geen concrete visie, maar ik hoop dat ik met mijn adviezen een bijdrage kan leveren aan de Sustainable Development Goals van de VN.’

Tupperwarebakjes

Ook in haar dagelijks leven probeert Termeer haar steentje bij te dragen aan een duurzamere wereld. Zo reist ze elke dag met de fiets en het ov van Utrecht naar Wageningen, eet ze bijna geen vlees, vliegt ze zo min mogelijk en ligt het dak van haar huis vol zonnepanelen. ‘Volgens mij is dat niet heel bijzonder en ik ben zeker geen duurzaamheidsfreak. Wellicht komt het omdat ik in Wageningen heb gestudeerd in de tijd dat iedereen hier nog vegetariër was. Daarnaast denk ik dat mijn onderzoek naar circulaire economie me ook bewuster heeft gemaakt.’

Ieder jaar rond kerst komt de hele leerstoelgroep eten in het achterhuis van de hoogleraar aan de Oude Gracht in Utrecht. ‘Het is een hele multiculturele groep en iedereen kookt dan iets’, vertelt Termeer. Omdat het in veel culturen gebruikelijk is om te veel eten te maken, als teken van gastvrijheid, blijft er vaak veel over. ‘Dus gaat iedereen aan het eind van de avond met een van mijn tupperwarebakjes naar huis.’ Ze wijst op een schoongewassen bakje op haar bureau. ‘Die druppelen in de loop van het jaar weer hier op kantoor binnen.’

Tai chi

Zo’n gezamenlijk kersdiner is volgens Termeer belangrijk om een goede werksfeer te creëren. ‘De werkdruk is hoog en het is belangrijk om af en toe even te relaxen en het gewoon leuk met elkaar te hebben.’ Zelf vindt ze ook ontspanning in vechtsport. ‘Vroeger deed ik karate en tegenwoordig tai chi. Het mooie aan vechtsporten vind ik dat je je volledig moet focussen. Als je gedachten maar één seconde afdwalen, heb je een klap te pakken. Dat werkt voor mij heel meditatief, omdat ik echt mijn verstand op nul moet zetten.’

Katrien Termeer1987Master Cultuurtechniek in Wageningen
1993 – 1969Promotie aan Erasmus Universiteit Rotterdam en assistant professor policy aan TU Delft
1996 – 2000Beleidsadviseur bij het ministerie van LNV
2000 – 2005Adviseur bij Sioo (centrum voor innovatie en organisatieverandering)
2005 – hedenHoogleraar Public Administration and Policy bij WUR

Katrien Termeer is afgelopen september benoemd tot kroonlid bij de Sociaal Economische Raad (SER). Ze is tevens lid van de Raad Openbaar Bestuur en toezichthouder bij ontwikkelingsorganisatie Solidaridad. Termeer is getrouwd en heeft twee zoons.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.