‘Voor studenten is vooral de rector zichtbaar. Het bestuur heeft een duidelijke portefeuilleverdeling waardoor de invloed van de voorzitter op het beleid voor studenten minder duidelijk is. Ik vind in ieder geval dat het Wageningse onderwijs net als het onderzoek zich moet blijven richten op maatschappelijke problemen, zoals klimaatverandering, energietransitie, voedselzekerheid. Dat vinden studenten interessant en dat zou ik dus zeker behouden.
Ik vind het absoluut belangrijk dat de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur een verbinder is. Dit is een heel diverse organisatie: intern is er veel debat over waar we als organisatie of maatschappij naar toe moeten. Over bijvoorbeeld intensieve landbouw heeft Aalt uitspraken gedaan waar sommige delen van de universiteit niet achter staan. De nieuwe leider zou iemand moeten zijn die de diversiteit in de organisatie weerspiegelt – iemand die dus heel goed kan luisteren naar de verschillende opvattingen die bij de verschillende onderdelen leven.
Uiteraard moet het iemand zijn met hart voor onderzoek en onderwijs, bij voorkeur uit het groene domein. Ik weet niet of het een academisch persoon of iemand uit het bedrijfsleven moet zijn – we hebben natuurlijk ook DLO. Maar een oud-politicus zie ik zelf niet direct zitten. Dat is een gevoelskwestie. Aanvoelen van het politieke spel lijkt me een pré, maar een universiteitsbestuur moet geen verlengstuk worden van de politiek. Een inhoudelijk persoon kan denk ik beter aangeven waar we naar toe moeten.
En ik zou het wel erg leuk vinden als de nieuwe voorzitter een vrouw is. Het zou goed voor de diversiteit zijn omdat we hier weinig vrouwen aan de top hebben. Maar het moet natuurlijk in eerste instantie een capabel persoon zijn.’