Wetenschap
Dier

Antibioticagebruik in veehouderij gehalveerd

Het antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij is de afgelopen 3 jaar met 51 procent gedaald. Dat stelt het LEI in de MARAN-studie die vandaag uitkwam. Daarmee voldoet de veehouderij aan de eis van de regering om het gebruik te halveren.

Het LEI stelt jaarlijks het antibioticagebruik vast via een steekproef bij driehonderd veehouders die samen zo’n twee miljoen koeien, kalveren, varkens en kippen verzorgen. De hoeveelheid werkzame stof om dierziekten te bestrijden is gedaald van 495 ton in 2009 naar 244 ton in 2012, afgaande op cijfers van het eerste half jaar van 2012. LEI noemt het daarom ‘zeer waarschijnlijk’ dat de beoogde halvering van het antibioticagebruik dit jaar al wordt gehaald. De regering had 2013 als meetpunt aangegeven. Het hoge antibioticagebruik in de veehouderij vormt een bedreiging voor de volksgezondheid, omdat daarmee steeds meer antibiotica-resistente bacteriën ontstaan die steeds lastiger zijn te bestrijden in bijvoorbeeld ziekenhuizen. Daarom zegt het gebruik in kilo’s niet alles. Het is vooral zaak om antibiotica die van kritisch belang zijn voor de volksgezondheid, af te bouwen in de veehouderij. Gelukkig worden de derde en vierde generatie cefalosporinen nauwelijks meer gebruikt in de veehouderij, constateert het LEI in de Maran-studie. Daarentegen blijft de reductie van fluoroquinolonen (29 procent) wat achter bij de doelstelling. In alle sectoren daalt het antibioticagebruik, maar vooral bij varkens en kippen. Bij vleeskalveren en koeien is de procentuele afname kleiner, maar bij de koeien was het gebruik al niet groot. LEI drukt het gebruik uit in dagdoseringen: het aantal dagen per jaar dat een dier antibiotica krijgt toegediend. In de zeugenhouderij daalde het aantal dagdoseringen bijvoorbeeld van 25 in 2009 naar 10 in 2012. De verschillen tussen de bedrijven zijn echter groot: 60 procent zit op het streefniveau, 15 procent van de zeugenhouders gebruikt nog steeds erg veel. Nu er een registratieplicht is, kunnen die boeren op het hoge gebruik worden aangesproken en een verbeterplan opstellen. Ook in andere sectoren blijft 15-20 procent van de veehouders veel antibiotica gebruiken. Gemiddeld boekt de vleeskalversector de minste voortgang om het gebruik terug te brengen. Door het lagere antibioticagebruik daalt ook het risico van resistentie-ontwikkeling, stelt het LEI. Veterinaire onderzoeker Dick Mevius en microbioloog Jan Kluytmans nuanceren dat – om de resistente bacteriën echt terug te dringen, moet het antibioticagebruik afnemen tot een fractie van het gebruik in 2009, stellen ze.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.