Organisatie - 1 januari 1970
Zee lucratieve producent van bruikbare stoffen
Zeedieren en –planten zijn veelbelovende producenten van medicijnen, voedingsadditieven, biobrandstoffen en andere nuttige stoffen. Om deze stoffen op de markt te kunnen brengen moeten wel de nodige hindernissen genomen worden. ,,Het is een beetje onhandig om een mossel ter plekke uit te knijpen om lijm te verkrijgen’’, aldus een spreker op het symposium over Mariene biotechnologie.
Dr Wilhelm Johannisbauer, directeur procestechnologie van het Duitse bedrijf Cognis, spreekt uit ervaring. Zijn bedrijf is een van de grootste producenten van bètacaroteen, een hip gezondheidsbevorderend voedseladditief dat in kleine flesjes in reformzaken verkocht wordt. De microalgen die bètacaroteen produceren worden in Australië in lagunes gekweekt. ,,Het vinden van een interessante stof in een alge is slechts de eerste stap. Het meeste onderzoek gaat zitten in de specificaties die nodig zijn om de kwaliteit en de veiligheid van het product aan te tonen. Voor cosmetica, voeding en farmaceutische producten moet je aan strenge richtlijnen voldoen. Daarvoor moet je minstens zes tot tien jaar onderzoek doen’’, stelt Johannisbauer.
De suggestie uit het publiek het productieproces te verbeteren met genetische modificatie wuift hij resoluut van de hand. Een product met een gezondheidsbevorderend imago kan zich volgens hem maar beter verre houden van gmo’s.
Dr Lolke Sijtsma, onderzoeker bij Agrotechnology & Food Innovations, heeft te maken met een andere hobbel. Hij werkt met een alge die uitstekend glucose of zelfs het giftige acetaat kan omzetten in meervoudig onverzadigde vetzuren. Met de markt voor deze vetzuren zit het wel goed, Sijtsma schat de omzet op bijna een miljard euro per jaar. De door hem ontwikkelde productiemethode met bioreactoren is echter zo’n vijf tot tien keer duurder dan de het isoleren van de vetzuren uit visolie.
De ontwikkeling van lijm uit mosselen loopt vooral tegen een hardnekkig technisch probleem aan. Dr Sander Haemers, onderzoeker bij de TU Delft, analyseerde de mogelijkheden om de hechtdraden waarmee de mossel zich verankert te gebruiken als hechtmiddel in de geneeskunde. De hechtmoleculen die in de voet van de mossel worden geproduceerd beschikken kunnen snel en krachtig hechten onder vochtige omstandigheden. Maar de lijmstof, die voornamelijk bestaat uit het aminozuur Dopa (3,4-dihydroxyphenylalanine), kan niet buiten de mosselklier worden bewaard, omdat het dan gaat oxideren. En het ter plekke uitknijpen van een mossel is nou niet echt een goede optie, erkent Haemers. | G.v.M.