‘Singapore is veel georganiseerder dan ik had verwacht. Het is er enorm druk, maar toch is het geen mierenhoop, omdat alles goed geregeld en modern is. De stad is heel groen, dat maakt hem ook leefbaar. En alles wordt voortdurend schoongehouden. Zelfs op het eiland Pulau Ubin waar ik onderzoek deed, dat gewoon wilde natuur zou moeten zijn, worden de paden met bladblazers schoongeblazen. Heel apart. Ik keek naar de hydrologie van mangrovebossen. In Singapore zijn veel mangroves aangepast voor de garnalenteelt. Veel van deze garnalenvijvers zijn verlaten en het doel is om de mangrovebossen weer te herstellen. In Wageningen is een methode ontwikkeld om te kijken wat de problemen met de hydrologie precies zijn: is het te droog of juist te nat voor mangrove? Ik heb getest hoe goed deze methode werk.
Garnalenboot
Twee keer per week maakte ik de prachtige boottocht naar het eiland. Ook het eiland zelf was heel mooi; ik heb er zelfs een paar keer kunnen overnachten. Ik was goede vrienden geworden met de “eilandbaas”. Hij kende alles en iedereen en we hebben een paar keer op een oude garnalenboot van hem overnacht.Ik vind Singaporezen heel westers qua instelling en heel open. Ook mijn begeleider op de universiteit, de expert op dit gebied, zorgde dat ik er meteen bij hoorde. Niet alleen bij veldwerk, maar ook door me de stad te laten zien en op de borrel uit te nodigen. Dat hielp ontzettend. Het was mijn eerste keer in Azië, dus toch wel even wennen.
Onbetaalbaar
lk heb op twee verschillende plekken gewoond: eerst in een airbnb en later een gedeeld appartement. Allebei onbetaalbaar, maar er was weinig keus. Het eten was daarentegen wel weer goedkoop; ze hebben overal foodcourts met kraampjes waar je heel makkelijk een maaltijd kunt krijgen. Je eet dan drie keer per dag rijst, maar daar wen je aan. Erg lekker zelfs.Waar ik meer moeite mee had, was de hitte. Ik kan daar normaal al niet goed tegen en nu was het constant 33 graden met zeer hoge luchtvochigheid. Ik ging dan soms juist hardlopen. Je zweet je kapot, maar je lichaam went dan wel. En de zeearenden die ik dan tegenkwam, een van de vele lijpe diersoorten die ik gezien heb, maakten het extra mooi.’