Wetenschap - 1 januari 1970
Waterschappen toetsen willekeurig
Mensen in het stedelijke gebied mogen volgens een voorstel van de commissie Waterbeheer 21ste Eeuw maar eens in de honderd jaar natte voeten krijgen. De waterschappen toetsen op dit ogenblik deze norm. Tijdens een afstudeervak ontdekte Hydrologie-student Eric Oosterhof dat de toetsing nogal willekeurig gebeurt.
Oosterhof schrijft samen met zijn begeleiders in het vakblad H2O dat er door de problemen op verschillende manieren wordt getoetst. Waterschappen gebruiken verschillende neerslagreeksen, diverse manieren voor de bepaling van de hoogteligging en verschillende manieren om het stedelijke watersysteem in hydrologische modellen te vatten. Hierdoor wordt op zijn minst de suggestie gewekt dat er sprake is van willekeur, schrijven ze.
In samenwerking met Oosterhof hebben zijn begeleiders (dr Wim van der Knaap en ir Irene Immink van de leerstoelgroep Landgebruiksplanning en ir Jan van Roestel en ir Henk van der Wielen van advies- en ingenieursbureau Oranjewoud) een studiemiddag georganiseerd met mensen van onder meer waterschappen en gemeenten. Studenten van Van der Knaap werken nu aan een rapport met aanbevelingen. Een daarvan is om het stedelijke waterbeheer en de normering daarvan regionaal in te vullen. 'Limburg is heel anders dan Zuid-Holland', aldus Van der Knaap. Daarnaast bleek belangrijk dat de normen te vaak worden gezien als doel, terwijl die juist als middel dienen om te communiceren tussen de verschillende instanties. MW