Wetenschap - 31 oktober 2002
Wat een leven: Schermen
Wat een leven: Schermen
Hij laat al de deelnemers van vanavond, met veel beginnelingen, eerst een paar rondjes rennen. Alhoewel, daar vlucht de eerste al. Ook Hylke van de Schaaf kijkt, met de armen over elkaar, toe. Als het straks wat rustiger is, zal hij het pak en het masker opzetten om te gaan schermen. In de zaal steken de hoofden boven de witte pakken inmiddels flink rood af. Georgette Lagendijk is in 1996 begonnen met schermen tijdens haar studie Bosbouw. "Ik scherm ook voor de gezelligheid. We doen aan filmavonden en spelletjesmiddagen." Ook waardeert zij de vele toernooien die de vereniging organiseert. "We hebben bijvoorbeeld het beginnerstoernooi, de BH Cup, waar de eerste letters staan voor een meisje uit het eerste bestuur, en seizoenstoernooien." De zaal is nu aan het trefballen. "Pas op voor de pers!", roept Michiel als de bal overal vliegt, behalve naar de tegenstanders. Eveliene Thoenes schermt nu vijf weken, en moet wel erg wennen. Haar omgeving vraagt vaak: Is dat leuk dan? Op de AID leek de demonstratie haar maar saai. "Ik vind de technieken inmiddels leuk, en het is maar 5 euro per jaar. Je leert steek zo en steek daar." Maar tijdens de oefenpartijtjes, vertelt ze, zet Eveliene zo alle regels overboord om er lekker op in te hakken.
Michiel stelt zijn leerlingen in rijen op. De ene rij moet de handschoen laten vallen en de ander moet hem oppakken. Samen met wat andere oefeningetjes is dit goed voor het reactie- en reflectievermogen. Dan moeten ze wat steken oefenen. Even later is hij drie nieuwelingen aan het inwijden in de houdingen. "Houd je lichaam recht." De arm zonder wapen wordt in een sierlijke boog gehouden, het handje wappert mooi naar voren. Nu mogen ze in niet te grote stappen naar voren komen, stretchen met het achterbeen. Alles gebeurt met een zo groot mogelijke gratie. Hylke vertelt dat er veel internationale studenten schermen. In Frankrijk en Hongarije is het een veel beoefende sport. De Hongaarse Victor Kovacs schermde daar al acht jaar. "Ik ben erg blij dat ik dat nu weer kan oppakken." Michiel: "Zo komen enorme talenten plots bovenborrelen." Gevolg is wel dat hij nu half Nederlands en half Engels moet onderwijzen. De wapens zijn degen, floret en sabel. Een schermster laat haar degen met een pistoolgreep zien. "Die geul was vroeger een bloedgeul. Toen het nog om leven en dood ging. Nu zit het er voor de elektrische geleiding." Ook vertelt ze dat er vroeger houtskool aan het topje van de wapens zat. "Vandaar de witte pakken, dan kon je goed zien wanneer er geraakt werd."
'Steek hem lek, maar niet letterlijk!', roept Michiel uit. "De tegenstander een handje geven en groeten." Michiel legt uit dat de universitaire studenten het schermen meestal snel onder de knie hebben. "Het is toch een soort schaken, goed nadenken. Dat pakken ze snel op."
De schermers verzekeren dat hun sport erg vermoeiend is, al lijkt het misschien niet zo. Er zijn wat ratjetoe schermers, maar een groot aantal schermers van deze vereniging staat op de Nederlandse 1e klas ranglijst. Net als Michiel Uitdehaag zelf. Vanaf de inmiddels donkere atletiekbaan is goed te zien dat er in de kleine zaal enthousiaste steekpartijen en schermutselingen tussen de witte tweetallen plaatsvinden. Ze zullen tot twaalf uur doorgaan.
Esther Tol