Organisatie
Nieuws

‘Wat Wageningen doet kan eigenlijk niet’

Gaat Wageningen UR zorgvuldig om met financiële producten? Die vraag is actueel na het verschijnen van een rapport over het gebruik van derivaten in het hoger onderwijs. Daaruit blijkt dat Wageningen niet helemaal volgens de regels opereert.

Het rapport van de onderwijsinspectie is een reactie op de gebeurtenissen bij Vestia, de woningcorporatie die bijna ten onder ging aan de handel in derivaten. Met een derivaat verzeker je je tegen renteschommelingen, door met een andere partij een vast rentepercentage af te spreken. Dat is prettig wanneer de rente stijgt, maar ongunstig wanneer, zoals nu, de rente veel lager staat dan voorzien. Derivaten zijn niet per se fout, bijna alle hoger-onderwijsinstellingen maken er gebruik van. Maar in de financiële regels voor onderwijsinstellingen, die gelden vanaf 2010, staan wel een aantal voorwaarden. Een daarvan is dat er ook echt een lening aan het derivaat gekoppeld moet zijn. Anders ‘wordt er in feite gespeculeerd op de renteontwikkeling’, schrijft de onderwijsinspectie in haar rapport. Drie universiteiten voldoen niet helemaal aan die voorwaarde, waaronder Wageningen. De universiteit heeft voor 17 miljoen aan derivaten (interest rate swaps) terwijl daar een lening van 15 miljoen euro ‘onder ligt’. Het verschil tussen lening en derivaat is dus zo’n 2 miljoen euro. In een reactie bevestigt Simon Vink, voorlichter van de Raad van Bestuur, dat tegenover ‘een klein deel’ van het derivaat momenteel inderdaad geen lening staat. Vink: ‘Dat was een kleine marge die indertijd nodig leek bij de financiële planning. Op het balanstotaal is het minder dan een procent. Wageningen UR is heel zorgvuldig met dit instrument omgegaan en er worden geen onverantwoorde en grote risico’s gelopen.’ Over de details wil hij niets kwijt omdat de universiteit ‘terughoudend is met het vrijgeven van financiële informatie’. Naast Wageningen hebben ook de VU en Leiden een zogenaamde ‘open positie’. Pieter Omtzigt, financieel specialist van het CDA, zei tegen ScienceGuide dat het ministerie hier iets mee moet doen: ‘Welke consequenties gaat dit krijgen voor de VU, Leiden en Wageningen? Wat zij deden kan eigenlijk niet.’ Voor het onderwijs zullen er gevolgen zijn naar aanleiding van de inventarisatie, schrijft minister Bussemaker in een brief aan de Tweede Kamer. Speculatie wordt wat haar betreft verboden. Bovendien worden instellingen niet langer als professionele belegger gezien, waardoor banken een striktere zorgplicht hebben. De minister maakt zich minder zorgen over de ‘virtuele verliezen’ uit het inspectierapport. Bijna alle derivaten in het hoger onderwijs hebben momenteel een negatieve waarde. Dit komt door de historisch lage standen van de rente, terwijl derivaten juist verzekeren tegen hoge rentes. Onverwachte uitgaven levert dit niet op, zolang instellingen ‘stil zitten’ tot het einde van de lening. Dat de universiteiten nu meer kwijt zijn is de prijs die ze betalen voor zekerheid op de rentebetaling.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.