Wetenschap

Wandelaars houden van vogels, andersom niet

Wandelaars in natuurgebieden verstoren vogels. Maar hoe groot is het effect en hoe kom je tot goede oplossingen? Promovendus Rogier Pouwels ontwikkelde een methode om dat in kaart te brengen.
Roelof Kleis

Kleine aantallen recreanten op de Veluwe zijn al verstorend voor bijvoorbeeld de roodborsttapuit en boomleeuwerik, ontdekte Rogier Pouwels.

© Shutterstock

Om vogels te beschermen tegen te grote druk(te) van recreanten, grijpen beheerders al snel naar het meest rigoureuze middel: gebieden tijdelijk of permanent afsluiten. ‘Maar het zou niet de eerste maatregel moeten zijn die op tafel komt’, zegt Rogier Pouwels. ‘Want daarmee haal je ook een positieve natuurervaring bij mensen weg.’ Hij promoveerde afgelopen week op een studie naar het gebruik van data bij het combineren van wandelen en de bescherming van vogels in natuurgebieden.

Bodembroeders

Op dit moment schiet kennis vaak tekort om ingrepen goed te onderbouwen, vindt Pouwels. Neem afsluitingen. ‘Blijven er nog voldoende mogelijkheden over om van een specifiek landschap te genieten? Hoe groot moet een verstoringsvrije zone zijn? Dat hangt heel erg van de vogel af die je wilt beschermen. Grote vogels bijvoorbeeld vliegen vaak eerder weg dan kleine. Bodembroeders zijn relatief gevoelig voor wandelaars. En ook het gedrag van de wandelaar zelfs is heel bepalend.’

In sommige drukke gebieden halveert het aantal vogels

Rogier Pouwels

Pouwels ontwikkelde daarom modellen en vuistregels om met betrokkenen oplossingen te vinden en ingrepen beter te onderbouwen. Zo legde hij in het New Forest (Engeland) met behulp van gps-trackers nauwkeurig de looppatronen van bezoekers vast. Verwerking in een model leerde dat de verplaatsing van een parkeerplaats al kan zorgen voor 80 procent minder wandelaars in een kwetsbaar gebied.

pouwels proefschrift.png

Ook dichter bij huis is Pouwels aan het werk geweest: in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Daar voorspelde zijn aan de plaatselijke omstandigheden aangepast model dat de aanleg van een verstoringsvrije zone in het midden van het gebied het aantal broedparen van de veldleeuwerik bijna zou verdrievoudigen. Maar de keerzijde is navenant ingrijpend: een vijfde van de paden is dan niet meer toegankelijk.

Voor de Veluwe ontwikkelde Pouwels relaties tussen aantallen bezoekers en vogelpopulaties voor drie soorten: nachtzwaluw, roodborsttapuit en boomleeuwerik. Daaruit blijkt dat zelfs kleine aantallen recreanten al verstorend zijn voor vogels. ‘In sommige drukke gebieden halveert het aantal vogels zelfs’, zegt Pouwels. Zonder recreatie zou volgens zijn model het aantal vogels van de onderzochte soorten op de Veluwe ruim een kwart hoger zijn.

Positieve natuurervaring

De provincie Gelderland ontwikkelt op dit moment een nieuw recreatieplan voor de Veluwe. De Wageningse studie dient daarbij als aanknopingspunt voor te nemen maatregelen, zoals het mogelijk afsluiten van gebieden. Pouwels zelf ziet overigens liever andere maatregelen. ‘Inperken van recreatie kan soms noodzakelijk zijn, maar beter zijn maatregelen die de kwaliteit of de grootte van het leefgebied verbeteren en die oog hebben voor de positieve kant van recreatie.’

Als voorbeeld noemt Pouwels bebording die de bezoekers erop attendeert stil te zijn. ‘Uit studie in de VS blijkt dat daardoor het aantal vogels toeneemt. Bezoekers rapporteren bovendien een betere natuurervaring. En dat is belangrijk. Een positieve natuurervaring creëert hart voor de natuur en draagvlak voor het behoud van diezelfde natuur.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.