Wetenschap

WUR oppert oplosmiddelen uit reststromen

Er bestaan kansrijke biobased alternatieven voor omstreden oplosmiddelen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Dat blijkt uit een rapport van Wageningen Food & Biobased Research.
Tessa Louwerens

© Shutterstock

De Wageningse onderzoekers maakten in opdracht van het RIVM en ministerie van I&M een overzicht van mogelijke biobased alternatieven voor de polair aprotische oplosmiddelen NMP, DMAc en DMF. Deze oplosmiddelen worden wereldwijd op industriële schaal gebruikt voor de productie van onder andere verf, coatings, geneesmiddelen en batterijen. ‘Deze oplosmiddelen zijn zeer schadelijk voor de gezondheid van de mensen die er mee werken, want ze kunnen de voortplanting aantasten’, zegt projectleider Daan van Es van Wageningen Food & Biobased Research. Zo kwam het oplosmiddel DMAc afgelopen jaar in Nederland nog negatief in het nieuws, omdat het vermoedelijk vruchtbaarheidsproblemen had veroorzaakt bij vrouwelijke medewerkers van chemiebedrijf DuPont. DMAc en de andere polair aprotische oplosmiddelen zijn dan ook opgenomen in de lijst Zeer Zorgwekkende Stoffen van het RIVM, waarvan het gebruik in de toekomst beperkt moet worden. ‘Er wordt al langer gekeken naar mogelijke alternatieven binnen de traditionele chemie, maar dat is lastig’, vertelt Van Es. ‘Vandaar de vraag naar biobased alternatieven.’ In het rapport noemt hij 19 biobased stoffen, zoals Cyrene, die de huidige ongewenste oplosmiddelen mogelijk kunnen vervangen. Deze stoffen worden gemaakt van koolhydraatrijke reststromen, zoals bietenpulp of stro. Hij benadrukt dat meer onderzoek moet worden gedaan, om te bepalen welke alternatieven het meest kansrijk zijn. ‘Dit project is slechts een eerste stap in een lang traject. We hebben een aantal mogelijke alternatieven gevonden, maar deze worden momenteel nog niet geproduceerd voor dat doel.’

In vervolgonderzoek wil Van Es samen met de industrie een aantal biobased vervangers produceren en uitgebreid testen. Daarnaast is Wageningen Food & Biobased Research in het EU-project RESOLVE al bezig met het ontwikkelen van veilige alternatieven voor de oplosmiddelen NMP en tolueen.

De biobased alternatieven zullen eerst op pilotschaal getest worden. Dan zal ook duidelijk worden of de productie ervan technisch en economisch haalbaar is. Bovendien moet eerst worden vastgesteld dat de stoffen niet giftig zijn, vertelt Van Es. ‘Je mag er namelijk niet vanuit gaan dat iets veilig is omdat het biobased is. Ook daar zitten hele giftige stoffen tussen.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.