Student - 7 februari 2008
Vroeg uit bed voor de Batavierenrace
Om kwart over zes gaat de wekker. Als je wilt meetrainen met het Wageningse universiteitsteam dat de Batavierenrace gaat lopen, moet je vroeg op. Buiten fluiten de eerste merels en koolmezen. Bij de visboer laadt een man pakketten vis op een steekwagen, in Hotel de Wereld stofzuigt een vrouw.
Bij de eerste tempoversnelling van een minuut haak ik af. De vijf Tartléten zijn er in een wip vandoor. Een ‘hersteltraining’ noemen ze dit, en die doen ze naast drie baantrainingen per week. Ze hebben dan ook een missie: weer de Bata winnen. Daar hebben ze veel voor over.
Wel heerlijk rustig ineens, zonder hun voetstappen en geklets om me heen. Alleen als hun benen versnellen vallen hun monden stil. Ze dribbelen terug om me weer aan te laten sluiten.
In volle vaart denderen we even later de berg af, en bij Oranje Nassau’s Oord duiken we het donkere bos in. De grond is nauwelijks te zien hier. Mijn tempo zakt, en ik ruik het zweet op mijn bovenlip. Op het asfalt peren de heren hem weer een minuutje, mij alleen achterlatend onder donkere bomen. Op een stukje vals plat voel ik mijn benen zwabberen. Een tempootje redt me; de dreigende kramp trekt weg.
Wanneer we het bos uitkomen is de hemel blauw en voel ik me licht. Ik ga het redden. Twee jongens mogen al afslaan naar hun ontbijt, op sterflat Asserpark. Koplampen en motorgeronk verstoren de ochtendrust. Na krap een uur zijn we terug bij het 5 Mei Plein, met natte sokken en hete hoofden. Maar de overgebleven mannen dribbelen nog schijnbaar moeiteloos voort. Titelhouder Groningen is gewaarschuwd.