Wetenschap - 5 juli 2007
Vrees voor nieuwe wet ruimtelijke ordening
Provincies en milieufederaties vrezen dat natuur en landschap achteruit gaan met de nieuwe wet ruimtelijke ordering die in januari 2008 in werking treedt. Dat bleek op donderdag 28 juni tijdens een debat over de gevolgen van de wet, georganiseerd door Alterra en het tijdschrift Landwerk.
Toch is er ook optimisme, blijkt tijdens het debat. Want de nieuwe wet biedt wel kansen voor de natuur. Provincies kunnen vooraf in een structuurvisie een aantal hogere doelen aangeven, zoals realisatie van de ecologische hoofdstructuur (EHS), waar gemeenten zich voor moeten inzetten. Kans op uitvoering neemt hierdoor toe.
De nieuwe wet vraagt echter om een andere manier van werken, waarvan de provincies zelf zich afvragen of die haalbaar is. Ze moeten namelijk van tevoren bepalen waar ze grip op willen hebben, in plaats van achteraf plannen afkeuren. Dit betekent een enorme omslag in de cultuur en die is niet zomaar gemaakt. ‘Wij zijn gewend dat er een plan binnenkomt en dat keuren we goed of niet’, zegt Olaf Slakhorst van de provincie Gelderland. ‘Met de nieuwe wet moeten we heel bewust bepalen waar we invloed op willen hebben, bijvoorbeeld de rondwegen, bedrijventerreinen of de Veluwe. Maar dat hebben provincies nog helemaal niet helder voor ogen.’
Het is dus nog maar de vraag of het provincies gaat lukken goede plannen op te stellen die voorkomen dat gebieden dichtslibben. ‘Als provincies echt willen, kunnen ze veel. Maar dan moeten ze de instrumenten die ze hebben met veel ambitie in gaan vullen’, zegt Cooijmans. Volgens hem missen ze daarvoor echter de motivatie. ‘Tot nu toe weigert de provincie Brabant zelfs de EHS daadwerkelijk vast te leggen. Nu al. Dan valt er straks al helemaal weinig te verwachten.’