Wetenschap
Cultuur

Voedseltransitie WUR: ‘Brede vragen stellen over voedselsysteem’

Welke veranderingen moet Wageningen doorvoeren om beter bij te dragen aan de transitie naar kringlooplandbouw? WUR heeft meer tijd nodig om te reflecteren, zegt Rogier Schulte, hoogleraar Farming Systems Ecology in Wageningen. Vandaag deel 5 in de serie over voedseltransities.
Albert Sikkema
Photo Shutterstock

©Guy Ackermans

Schulte: ‘De startpositie van WUR voor de voedseltransitie is goed, want we zijn al heel divers en werken al veel samen. Maar om een grotere bijdrage te leveren, moeten we ten eerste andere onderzoeksvragen stellen. Wageningen heeft de neiging gelijk naar oplossingen te zoeken. Dat is niet goed, want daarmee komt het debat niet verder. Je moet vragen stellen over het voedselsysteem.’

Voorbeeld?

‘Een van de oplossingen is: eet minder vlees. Een andere: verminder de voedselverspilling. Een derde oplossing is: eet lokale producten. In plaats van deze oplossingen moet je vragen stellen. Wat voor voeding hebben we nodig, waar en voor wie? Hoe ziet een circulair voedselsysteem er eigenlijk uit? Daar zijn veel verschillende ideeën over, want een dierwetenschapper denkt daarbij gelijk aan mest en een voedingstechnoloog aan de productkwaliteit. Op deze vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk en dat is goed.’

Een vraag als ‘is lokaal voedsel duurzamer?’ vind jij dus al te oplossingsgericht?

‘Je kunt beter vragen: hoe kunnen we de globale voedselsystemen optimaliseren? Je hebt meerdere benaderingen die de duurzaamheid proberen te bepalen. Het IPCC berekent de klimaatimpact van voedsel en je hebt de foodprintbenadering die de vervuiling en verspilling in de keten berekent. Die benaderingen fietsen door elkaar heen. Dat roept vragen op: wat voor soort duurzaamheid willen we? Efficiëntie is goed, want je voorkomt er verspilling mee, maar efficiëntie kan ook ten koste gaan van dierenwelzijn. Je hebt verschillende lenzen van duurzaamheid. Die kun je in stelling brengen om nieuwe voedselregimes te ontwerpen.’

Bepaalt de consument of er duurzame voeding komt?

‘In de discussie over kringlooplandbouw wijzen de beleidsmakers en media steeds naar de boeren en ‘de consument’ die milieuvriendelijke en gezondere keuzes moeten maken. Een betere benadering is: hoe vertalen we kennis in actie? Iedereen in de voedselketen is medeverantwoordelijk voor de huidige voedselproductie, dus ook de voedselverwerkers en supermarkten. Ook die partijen zijn een deel van de oplossing, net als de universiteit. De universiteit heeft een belangrijke brugfunctie bij het verspreiden van nieuwe inzichten.’

Hoe zorg je als WUR dat je dit waarmaakt?

‘In de eerste plaats hebben we tijd nodig om te reflecteren. Die tijd hebben we nu niet. We moeten samen nadenken over het voedselsysteem, met veel partijen, docenten en studenten. Geen grote centrale denktank, maar veel kleine activiteiten waarbij de diversiteit van de deelnemers voorop staat. Dat kan in de vorm van debat, het schrijven van papers en lesmateriaal.’

We moeten niet streven naar één visie, maar veel meer botsen en schuren om tot vernieuwing te komen, zegt Katrien Termeer.

‘Dat is een vals dilemma. Die redenatie veronderstelt dat je met verschillende invalshoeken moet botsen en schuren en dat die confrontatie leidt tot vernieuwing. Ik merkte die lineaire debatstijl ook bij het prophets & wizards congres over biotechnologie afgelopen jaar. Ik vind dat een stap terug in de tijd. De studenten van tegenwoordig leven niet meer in die debatstijl, ze leven in informatiebubbels met informatieoverschot en hebben geaccepteerd dat er veel manieren zijn om naar duurzaamheid te kijken. Ze pakken steeds andere stukjes uit het informatieoverschot om een antwoord te formuleren. Het is niet meer A of B. De universiteit is een verzameling informatiebubbels. In ieder debat komen die bubbels naar voren, de ene bubbel is niet beter dan de andere, ze zijn een voorwaarde voor een variëteit aan oplossingen.’

Wie moet de transitie faciliteren?

‘De raad van bestuur moet achter de transitie staan, maar het moet geen top-down proces worden. Alleen bottom-up werkt ook niet. Je hebt goede facilitators nodig die de verschillende initiatieven op de universiteit in debat brengen. En je hebt regisseurs nodig die overzicht houden over de initiatieven en deelnemers. Dat is niet makkelijk. Je hebt mensen nodig die de instelling en het discours goed kennen maar die niet zo nodig hun eigen mening naar voren willen brengen. En je moet het breed aanvliegen, van beleidsadvies naar de catering van WUR. Hoe kunnen we de kantines op de campus duurzamer maken?’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.