Wetenschap
Social sciences

Veerman oordeelt voor de laatste keer

Door het neoliberale paradigma, met zijn nadruk op vrijheid en consumentisme, raakt de consument vervreemd van de voedselproductie. Nog één keer gaf Cees Veerman gisteren zijn visie op landbouw, wetenschap en maatschappij.
Albert Sikkema

De hoogleraar/politicus/architect van Wageningen UR hield zijn afscheidsrede. Hij signaleerde hierin een behoefte aan moraliteit en gerechtigheid in de landbouw en economie.

Veerman was bijzonder hoogleraar ‘Duurzame plattelandsontwikkeling in Europees perspectief’ in Wageningen, maar vooral ook oud-minister van Landbouw voor het CDA. Ook was hij de eerste bestuursvoorzitter van Wageningen UR, de fusie van universiteit en DLO. Vandaar ook dat er onder de aanwezigen in de Aula enkele oud-CDA-ministers en Haagse topambtenaren aanwezig waren. Het politieke gezag van Veerman is nog steeds groot, maar wel tanende. Vandaar dat hij zijn afscheid aangreep om nog één keer zijn visie te geven. ‘Hierna stop ik er mee.’

Veerman, akkerbouwer in ruste, startte zijn ‘persoonlijke overdenking’ met een lofzang op de boer, de vormgever van het landschap met zijn liefde voor het land en de dieren. Maar die boer staat met zijn anonieme en homogene producten steeds verder af van de samenleving. Zijn licence to produce of misschien wel licence to exist is in het geding op een voedselmarkt met oneerlijke margeverdeling en nadelige effecten op natuur en milieu. Die sentimenten, wellicht emoties, moeten we als uitgangspunt nemen voor een nieuw Europees voedselbeleid, vindt Veerman.

Het huidige liberalisering van het Europees landbouwbeleid is onhoudbaar, oordeelt hij. Een mooie illustratie daarvan is de afschaffing van de melkquota, waardoor de melkprijzen zijn ingestort en de mestmarkt nog meer wordt overvoerd. De oud-minister voorziet een tweedeling in de landbouwsector. Enerzijds komt er een – steeds kleinere – groep boeren die met schaalvergroting, nieuwe technologie en lage kostprijs de wereldmarkt blijft bedienen. Die groep heeft ruimte nodig, zowel landschappelijk, juridisch als maatschappelijk, aldus Veerman. Anderzijds komt er een groep multifunctionele boeren, die naast hun productie diensten verlenen op het gebied van natuur, toerisme en landschap die door de lidstaten worden gefinancierd. Tot deze laatste groep behoren ook de biologische boeren die, gelet op de groeiende vraag aan biologische producten, een goede toekomst hebben, oordeelt Veerman.

Beide groepen boeren moeten biologische kringlopen sluiten, zodat bijvoorbeeld de mest goed wordt afgezet. Veerman voorziet een nieuw gemengd bedrijf, waarin veehouders en akkerbouwers langjarige contracten afsluiten voor de mestafzet. Om daar sturing aan te geven, bepleit hij een renaissance van de normatieve politiek. ‘We moeten de morele logica weer beter begrijpen.’ Het heersende neoliberale beleid laat essentiële maatschappelijke krachten buiten beschouwing, aldus de christendemocraat. Onverantwoordelijke bankiers en consumenten ontberen een moreel kompas.

Wat moet een wetenschappelijke instelling met deze oproep tot moraliteit? Veerman gelooft niet in de waardevrije wetenschap, waarbij de mens zich losmaakt van de natuur. De groeiende kloof tussen wetenschap en maatschappij, voortkomend uit wantrouwen tegen de elites, is alleen te dichten met geëngageerde onderzoekers die hun onderzoek in een bredere maatschappelijke en historische context plaatsen, meent Veerman.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.