Student - 1 juli 2013
Veel kritiek op wetsvoorstel leenstelsel
Minister Bussemaker gebruikt de ‘botte bijl' en ‘ze hoort wel maar luistert niet'. Het wetsvoorstel voor een sociaal leenstelsel in de master oogst tot dusver vooral kritiek.

Potentiële politieke bondgenoten
De coalitie ontbeert in de Eerste Kamer een meerderheid. De minister overlegt daarom al langer met D66 en Groenlinks over hun - cruciale - steun voor het sociale leenstelsel. Deze zeggen echter weinig van hun input terug te zien in het wetsvoorstel: ‘Dit is hoe de minister denkt, niet het resultaat van het overleg met ons,' stelt Jesse Klaver (GL) vanmorgen in de Volkskrant. D66-Kamerlid Paul van Meenen reageerde vrijdag al kritisch: ‘Als deze minister doorgaat met bezuinigen op onderwijs, kan zij van ons geen steun verwachten.' D66 en GL eisen zijn onder meer een behoud van de OV-kaart, meer investeringen in onderwijs en een tegemoetkoming voor armlastige studenten.
De studentenlobby
Al sinds het regeerakkoord zijn studentenorganisaties fel gekant tegen de plannen van Bussemaker. Vrijdag uitten ze zich opnieuw teleurgesteld over de concrete invulling. ‘Een botte bijl,' noemt LSVb-voorzitter Kai Heijneman de plannen. ‘Minister Bussemaker hoort de plannen van studentenorganisaties en oppositie wel, maar luistert niet', concludeert ISO-voorzitter Thijs van Reekum. Het ISO en de LSVb vinden het vooral kwalijk dat de minister de aanvullende beurs voor studenten uit arme gezinnen niet wil verhogen. Verder protesteren ze tegen het oprekken van de betalingstermijn, het ontbreken van een overgangsregeling en vinden ze het ‘raar' dat het leenstelsel voor de bachelor een jaar is uitgesteld en voor de master niet.
De Raad van State
In haar advies waarschuwt de Raad van State voor het oprekken van de betalingstermijn van vijftien naar twintig jaar. Daarmee daalt weliswaar het maandelijks aflossingsbedrag, maar afgestudeerden betalen een groter deel van hun schuld plus meer rente. De Raad is vooral ongerust dat schulden zo'n 27 jaar gaan drukken op afgestudeerden. Dit bemoeilijkt het afsluiten van leningen of hypotheken. Bovendien maakt de minister onvoldoende duidelijk hoe het geld geherinvesteerd wordt. In een reactie laat Bussemaker weten dat opbrengsten ‘in het bijzonder worden aangewend voor het hoger onderwijs inclusief het direct met het onderwijs verbonden onderzoek in hbo en wo.' Daarbij denkt ze aan programma's voor excellente studenten, het verbeteren van vooropleidingen en verbetering van docentkwaliteit en lerarenopleidingen. / RR