Wetenschap - 7 november 2002
VSNU niet blij met hitlijsten ministerie
VSNU niet blij met hitlijsten ministerie
De koepelorganisatie vindt dat er appels met peren worden vergeleken. Zo danken Tilburg en Maastricht de 'toppositie' vooral aan hun goede onderwijs en gooit Leiden hoge ogen bij het (top)onderzoek. Die laatste instelling scoort met het onderwijs onderin de middenmoot, terwijl Maastricht op het gebied van onderzoek tot de zwakke broeders behoort.
Voor alle duidelijkheid: er zijn dus vier lijsten. Een onderzoeklijst, een toponderzoeklijst, een onderwijslijst en een totaallijst. Bij de samenstelling van de ranglijst gebruikte het ministerie onder meer onderwijs- en onderzoeksvisitaties en werd er gemeten met de studentenoordelen uit de Keuzegids Hoger Onderwijs. Daarnaast werd het aantal citaties uit onderzoeken geteld en werd gekeken naar de jaarlijkse hooglerarenenqu?te van Elsevier.
Universiteitenvereniging VSNU is weliswaar bekend met de lijsten, maar betreurt het dat deze naar buiten komen. Volgens een woordvoerder worden er appels met peren vergeleken. "We vinden het nogal ver gaan om allerhande beoordelingen op een hoop te gooien en er een conclusie uit te trekken. Al die beoordelingen zijn anders interpreteerbaar en dus is deze ranking eerder een soort grabbelton dan een fatsoenlijk meetinstrument."
De rapporteurs zijn het daarmee oneens. Omdat ze werken met rangschikking naar HOOP-gebied is de kwaliteit volgens hun wel degelijk meetbaar. Om tot een instellingsvergelijking te komen worden die gebieden weer bijeen geveegd. Hoe groter het gebied, hoe zwaarder het meeweegt.
Het is overigens niet de eerste keer dat 'Zoetermeer' een poging waagt om aan de hand van visitaties en andere onderzoeken tot een ranking te komen. Halverwege de jaren negentig kregen de onderwijskenners van het Nijmeegse IOWO de opdracht om een lijst op te stellen. Onder druk van de universiteiten werd die ranking toen onder de pet gehouden, temeer omdat ook het ministerie de diverse rapporten niet erg vergelijkbaar vond.
De schrijvers van 'Kwaliteitsprofielen van universiteiten' bestrijden dit. Hoewel zij erkennen dat het een hachelijke onderneming is om hele instellingen te rangschikken op kwaliteit, achten zij het ook niet zinloos. Bovendien vinden zij dat de eerdere conclusie - er zou geen behoefte zijn aan een dergelijke ranking door de overheid - een nieuwe discussie behoeft. | HOP
De ranglijsten:
Totaal:
01. Katholieke Universiteit Brabant
02. Universiteit Leiden
03. Universiteit Maastricht
04. Universiteit Twente
05. Technische Universiteit Eindhoven
06. Katholieke Universiteit Nijmegen
07. Universiteit Utrecht
08. Rijksuniversiteit Groningen
09. Vrije Universiteit
10. Wageningen Universiteit
11. Erasmus Universiteit Rotterdam
12. Technische Universiteit Delft
13. Universiteit van Amsterdam
Onderwijs:
01. Universiteit Maastricht
02. Katholieke Universiteit Brabant
03. Katholieke Universiteit Nijmegen
04. Universiteit Twente
05. Technische Universiteit Eindhoven
06. Rijksuniversiteit Groningen
07. Wageningen Universiteit
08. Universiteit Leiden
09. Vrije Universiteit
10. Universiteit Utrecht
11. Erasmus Universiteit Rotterdam
12. Technische Universiteit Delft
13. Universiteit van Amsterdam
Onderzoek:
01. Universiteit Twente
02. Universiteit Leiden
03. Universiteit Utrecht
04. Technische Universiteit Delft
05. Vrije Universiteit
06. Technische Universiteit Eindhoven
07. Katholieke Universiteit Brabant
08. Wageningen Universiteit
09. Universiteit van Amsterdam
10. Rijksuniversiteit Groningen
11. Erasmus Universiteit Rotterdam
12. Universiteit Maastricht
13. Katholieke Universiteit Nijmegen
Toponderzoek:
01. Erasmus Universiteit Rotterdam
02. Universiteit Leiden
03. Universiteit van Amsterdam
04. Universiteit Utrecht
05. Katholieke Universiteit Brabant
06. Rijksuniversiteit Groningen
07. Vrije Universiteit
08. Wageningen Universiteit
09. Technische Universiteit Delft
10. Katholieke Universiteit Nijmegen
11. Universiteit Maastricht
12. Technische Universiteit Eindhoven
13. Universiteit Twente