Werkgevers en vakbonden zijn eruit: ze hebben gisteren afgesproken hoe ze de in juli gesloten loonruimteovereenkomst in de publieke sector gaan vertalen naar de universitaire cao. Er was twijfel of de overeenkomst wel kon worden uitgevoerd als pensioenfonds ABP zijn premie zou verhogen. Vandaag werd bekend dat deze pensioenpremie per 1 januari met bijna 2 procent wordt verlaagd, in elk geval tot april.
De salarissen gaan per 1 september 2015 – dus met terugwerkende kracht – structureel omhoog met 1,25 procent. Op 1 januari 2016 gaan de lonen daarnaast opnieuw met 1 procent omhoog. Dit was al afgesproken in de cao. Medewerkers houden vanaf 1 januari bovendien netto iets meer over dankzij de verlaging van de pensioenpremie.
Werknemers die op 1 september 2015 in dienst waren ontvangen in december daarenboven een eenmalige uitkering van bruto €500 bij een volledige arbeidsduur. Deze uitkering komt in de plaats van de in de cao Nederlandse Universiteiten (caoNU) afgesproken eenmalige uitkering van bruto €350 per juni 2016.
Werknemers die ná 1 september 2015 in dienst zijn gekomen en dat op 1 juni 2016 nog steeds zijn, ontvangen de in de caoNU overeengekomen eenmalige uitkering van bruto €350 bij een volledige arbeidsduur in juni 2016. Student-assistenten, werknemers in jeugdschalen, werknemers met een minimumjeugdloon en SOM-leerlingen krijgen de uitkering niet.
In 2016 maken de cao-partijen afspraken over de overige onderdelen van de loonruimteovereenkomst publieke sector 2015-2016.