Wetenschap - 10 april 2008
Theeboeren helpen elkaar duurzaam produceren
Als kleine theeboeren in Kenia overtuigd raken van het nut van duurzaamheid, en dat aan hun buren vertellen, werkt dat beter dan wanneer een voorlichter hen bezoekt. Dankzij deze methode van het LEI gaat levensmiddelenmultinational Unilever duurzame thee inkopen van kleine boeren.

Bij de grote theeplantages van Lipton in Kenia is het relatief eenvoudig om toezicht te houden op deze voorwaarden. Maar Unilever koopt ongeveer veertig procent van haar thee bij zo’n 300 duizend kleine boeren. Die verbouwen op een hoekje grond wat thee, naast bijvoorbeeld maïs of groenten, en hebben ook koeien.
Twee jaar geleden zette het LEI samen met de Kenya Tea Development Authority (KTDA) een methode op om al die kleine boeren te bereiken en aan te zetten tot duurzame teelt. In de farmer field schools worden groepen boeren getraind om zelf experimenten uit te voeren en duurzame theeteelt uit te proberen. De voorlichters van de KTDA krijgen daardoor een heel andere rol. In plaats van boeren te vertellen wat ze moeten doen, begeleiden de voorlichters boeren die zelf uitzoeken wat ze het beste kunnen doen. En die boeren vertellen dat dan weer aan andere boeren.
Volgens programmaleider dr. André de Jager van het LEI werkt dit beter dan traditionele voorlichting. Vorige week zijn de eerste vier proefprojecten afgerond. Studenten van een lokale universiteit gaan nu, onder begeleiding van het LEI, meten of boeren er met deze methode wat betreft kennis, inkomen en welzijn op vooruitgaan, en of de thee inderdaad duurzamer verbouwd wordt. Als Unilever daar ook van overtuigd is, krijgen alle driehonderdduizend boeren te maken met deze voorlichtingsmethode.