Organisatie - 1 januari 1970
Studiehuis geen verbetering
De vakinhoudelijke kennis van havisten en vwo’ers is door de invoering van de tweede fase op achteruit gegaan, vinden docenten van hogescholen en universiteiten. De vaardigheden van de ‘studiehuizers’ zijn volgens hen wel in orde.
Van meer instroom in de bèta- en techniekopleidingen – een van de vurige wensen van minister Van der Hoeven – is geen sprake. Het aantal scholieren dat een profiel natuur en techniek kiest, is stabiel. Van de meisjes gaat nog altijd slechts drie procent op voor een vwo-diploma in die richting en één procent voor een havo-diploma.
Uit het onderzoek blijkt verder dat studiehuis-studenten in het hoger onderwijs vaker dan voorheen van opleiding wisselen. Dat wordt volgens docenten veroorzaakt doordat het niveau van de gekozen hbo- of wo-opleiding te hoog is. De studenten zelf houden het op een verkeerde studiekeuze. De uitval onder eerstejaars is sinds de invoering van het studiehuis wel afgenomen, maar de trend dat steeds minder studenten in hun eerste studiejaar de prestatienorm halen, is niet doorbroken.
Hoewel OCW de eerste volledige lichting afgestudeerde studiehuizers niet heeft kunnen meenemen in de evaluatie, concludeert minister Van der Hoeven nu al dat de verwachtingen van het hoger onderwijs rond de invoering van de tweede fase te hooggespannen waren. Ze hamert op de noodzaak van herijking van het studiehuis. Daarbij wordt het aantal vakken dat scholieren volgen kleiner, en wordt er dieper op materie ingegaan. / HOP