Student - 6 december 2007
Studentenklaas: flutcadeaus en veel drank
Studenten zijn volwassen mensen en wonen zonder moeite op zichzelf. Althans, dat zeggen ze. Zelf boodschappen doen, zonder moeders hulp de witte en de zwarte was scheiden, belastingpapieren invullen, dat gaat allemaal hartstikke goed. Maar dan is het sinterklaas, en dringt het grote gemis van gezellig ganzenborden met mama, papa, broer en zus door. En verlangt menig eerstejaars terug naar zijn zolderkamertje met Donald Duckgordijnen. De oplossing? Huisgenoten.

Engelenbergs sinterklaasavond levert een huiselijk tafereeltje op. Een groot verschil met pakjesavond in het ouderlijk huis zijn de enorme flessen whisky en bessenjenever die op tafel staan. De bewoners spelen geen ganzenbord, maar het Duivels Drankspel. Tussen alle adjes door, zingen ze sinterklaasliedjes. En dat gaat ze steeds lastiger af.
Een ander groot verschil zijn de cadeautjes. Ze komen bijna allemaal van de Action en als het even kan, verwijzen ze naar het seksleven van de andere huisgenoten. Als Gerben het krantenpapier van zijn cadeau afscheurt, komt er een condoom te voorschijn. ‘Oooh Fabian, dat komt zeker van jou, viezerik!’ gilt het kleinste meisje van het huis.
Net als in Villa Engelenberg wordt het heerlijke avondje in veel studentenhuizen niet meer op 5 december gevierd. ‘Dat komt omdat Wageningse studenten altijd in zoveel commissies zitten. Daar moeten ze ook allemaal sinterklaas mee vieren’, legt Anne Ammerdorffer, secretaris van Argo uit op de sinterklaasavond voor leden op de roeivereniging. ‘Veel studenten vieren minstens vier keer sinterklaas: met hun huis, met vrienden, met hun commissie en dan ook nog met hun ouders. Met al die surprises die je moet maken is dat heel erg druk. Daarom wordt sinterklaas steeds vaker naar de kerstvakantie verschoven. Dat heet dan Sinterkerst.’
Argo geeft zo zijn eigen invulling aan Sinterkerst. Sinterklaas – voorzitter Lenny de Jaeger – leest vanuit een grote stoel op een geïmproviseerd podium alle pikante intriges van het afgelopen jaar voor uit zijn grote boek, als er opeens vijf jolige Kerstmannen binnenstappen. De mannen van een Argohuis worden bekogeld met pepernoten. Eentje moet er op schoot komen bij Sinterklaas. Timide spreekt hij de goedheilig man aan met u, en zegt hij op alles ‘ja’ en ‘amen’. Het moge duidelijk zijn, sinterklaas is zo diep geworteld in het studentenleven dat de Kerstman geen schijn van kans maakt.