(Foto: Resource)Van Niekerk kent de app niet, want ‘hij is nog niet te downloaden op een Windows phone’. Maar de app zal het probleem van het verenpikken niet oplossen, denkt ze. ‘Een app helpt, maar cruciaal is het fingerspitzengevoel van de pluimveehouder. Die moet vandaag aanvoelen dat er morgen iets misgaat in de stal.’
Waarom gaan kippen elkaar pikken?
‘Dat weten we niet precies. Verenpikken is multifactorieel, het wordt door veel factoren beïnvloed. De opfokfase is zeer belangrijk, net als de aanwezigheid van goed strooisel. De genetische aanleg van de kippen, de verlichting en het management hebben effect. Ook verkeerd voer kan effect hebben, net als teveel wisselingen in de voersamenstelling. Daarom zijn voorlichters van voerleveranciers vaak nauw betrokken bij de begeleiding van legkippen. Dat verklaart ook waarom een voerfabrikant deze app heeft ontwikkeld. Onbehandelde koppels kippen, dus met snavelpuntjes, blijken veel gevoeliger voor onrust, stress en ziekten dan behandelde koppels. Vanaf volgend jaar, als het snavel behandelen is verboden, moet de pluimveehouder dus veel alerter zijn op stress-signalen.’
Waarom zijn onbehandelde kippen gevoeliger?
‘Daar doen we onderzoek naar, maar die vraag hebben we nog niet opgelost. Het lijkt er op dat een kip drempelwaarden heeft voor verenpikken, het is een soort emmer die overloopt. Rust in de stal is een belangrijke factor en misschien geeft de aanwezigheid van scherpe snavelpuntjes wel onrust. Dit zijn relatief nieuwe vragen, hoor. Vroeger had de pluimveehouder de legbatterij en hoefde hij geen rekening te houden met het kippengedrag in de stal. Met het verbod op de batterij moest hij opnieuw leren hoe je kippen moet houden. Nu de snavels heel blijven, moet hij nog beter leren kijken naar het gedrag van het dier.’
Wat kan een app toevoegen?
‘De opfok- en veevoerbedrijven houden data bij van koppels leghennen die ze leveren of voeden. Dat snel groeiende pakket aan praktijkgegevens kan aanwijzingen bevatten onder welke omstandigheden kippen gaan verenpikken. In die zin kan big data ons dichter bij de waarheid brengen.’
<foto: Thea van Niekerk>