Wetenschap - 1 januari 1970
Steenuilen gezonder door goede planning
Cadmium uit vervuilde bodems van uiterwaarden kan onder meer via regenwormen en spitsmuizen in steenuilen terechtkomen. Maar beheerders van uiterwaarden kunnen het gebied zo inrichten dat steenuilen op de minst vervuilde plekken jagen.
'Steenuilen maken hun keuzes niet op basis van de verontreiniging, dus daarop kun je niet sturen', vertelt dr. Nico van den Brink van Alterra, de projectleider van het onderzoek. Steenuilen jagen op woelmuizen en spitsmuizen. Cadmium bijvoorbeeld wordt goed door regenwormen opgenomen, vertelt Van den Brink. Dat komt wel in de regenwormen etende spitsmuizen terecht, maar minder in de gras etende woelmuizen.
Om te voorkomen dat steenuilen verontreinigd worden met cadmium, kunnen beheerders verschillende dingen doen. Ze kunnen verontreinigde stukken land laten verruigen en koeien laten grazen op de schone stukken, Woelmuizen houden van ruig, lang gras, en die nemen de vervuiling nauwelijks op. Wormen houden van kort gras. Als die zich op schone grond ophouden, komt er minder cadmium in de spitsmuizen en in de steenuilen terecht.
Een andere oplossing is het plaatsen van paaltjes in de minst verontreinigde delen van de uiterwaarden, omdat steenuilen graag van paaltjes jagen. 'Twee paaltjes kunnen theoretisch net zoveel betekenen als het uitgraven van uiterwaarden', aldus Van den Brink. / MW