Wetenschap - 1 januari 1970
Spieringstand blijft laag
De spieringstand is ongunstig, stelt het Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) op basis van bemonsteringen eind vorig jaar. De totale populatie spiering in het IJsselmeer is het afgelopen jaar wel lichtjes toegenomen, maar er is vrijwel geen jonge spiering meer. Spoedig herstel van de spieringpopulatie is daardoor onwaarschijnlijk.
Ook de visserij op roofvissen zoals de baars en snoekbaars wordt getroffen door de ongunstige spieringstand. De kleine spiering is een belangrijke voedselbron voor deze roofvissen.
Spiering wordt verder gegeten door verschillende vogels zoals zaagbekkens en zwarte sterns, die als belangrijke 'natuurwaarden' gelden. Deze soorten zullen naar verwachting lijden onder de slechte spieringstand.
De oorzaak van de terugval van spiering was in eerste instantie de warme zomer van 2003, stelt dr Joep de Leeuw, clusterleider Ecologie bij het RIVO in IJmuiden. 'De spiering is eigenlijk een koudwatervis. Door te hoge watertemperaturen stortte de populatie in elkaar en de spiering is deze klap nog niet te boven gekomen. Goede kans echter dat het komend jaar beter wordt als er niet weer een extreem warme zomer volgt.'
De IJsselmeervissers hebben tot nu toe het vangstverbod voor spiering , ingesteld door het Ministerie van LNV , gesteund, aangezien dit in het belang is van een duurzame visserij. / HB