Organisatie
Onderzoek

Spelregels bij talentbeoordeling zijn onbekend

De uitgangspunten van tenure track worden breed gedragen, maar de uitvoering kan beter. Dat stelt de evaluatiecommissie die het nieuwe loopbaanbeleid voor wetenschappers beoordeelde.

De universiteit voerde het tenure track systeem in september 2009 in. Wetenschappers kunnen alleen nog een contract krijgen en promotie maken als ze meetbare kwaliteitsdoelen halen en zich kunnen ontwikkelen tot persoonlijk hoogleraar. Inmiddels zijn 91 tenure track-ers gestart – 48 nieuwe aanstellingen en 43 zittende personeelsleden. Maar ruim twee jaar na de invoering weten veel deelnemers nog steeds niet precies hoe ze worden beoordeeld en afgerekend, en door wie. De beoordelingsadviescommissies (bac’s) moeten beter uitleggen hoe ze beoordelen of iemand met tenure track mag beginnen, vindt de commissie. Veel onderzoekers denken dat de ‘harde criteria’ (hoeveelheid publicaties, aio’s en fondsen) daarbij doorslaggevend zijn, terwijl de commissie ook ‘zachte criteria’ (talent en competenties) meeweegt. Dat moeten ze veel beter uitleggen aan de kandidaten, aldus de commissie in haar advies. ‘Er is veel kritiek op de criteria van tenure track. Het bac-advies moet transparant zijn, met meer aandacht voor het kwaliteitsoordeel’, zegt commissievoorzitter Tammo Bult. Bij de invoering in 2009 hebben de vijf kenniseenheden het loopbaanbeleid ieder op hun manier ingevoerd. Daarbij heeft elke kenniseenheid zijn eigen procedures en afwegingen gemaakt, waardoor de spelregels op een aantal punten uiteenlopen. De commissie pleit voor uitwisseling van kennis en best practices tussen de kenniseenheden om de uitvoering te uniformeren. Veel wetenschappers kennen de spelregels van tenure track nog niet, maar dat ligt ook aan henzelf, vindt Bult. ‘Het viel me op dat veel deelnemers en hoogleraren onvoldoende weten hoe de tenure track werkt. Als hoogleraar moet je ook de regels kennen om te weten wat er van jou wordt verwacht. De informatievoorziening op de website kan beter, maar je kunt ook actief naar de informatie op zoek gaan door de HRM-afdeling te bellen.’ Als het loopbaanbeleid slaagt, heeft de universiteit over tien jaar veel meer persoonlijk hoogleraren. ‘Wat voor kwaliteiten hebben de leerstoelhouders dan nodig en hoe wil je dat aansturen?’, vraagt Bult. ‘Daar moet je nu al over nadenken, anders overkomt het je.’ En als de deelnemers de criteria onverhoopt niet halen? Er komt geen algemene ‘exit policy’ om hen aan een andere baan te helpen; de commissie pleit voor maatwerk bij de leerstoelgroepen. De raad van bestuur heeft de aanbevelingen van de commissie overgenomen. ‘De evaluatie laat zien dat we op de goede weg zijn met het aantrekken, ontwikkelen en vasthouden van toptalent’, stelt rector magnificus Martin Kropff

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.