Organisatie
Gebouwen

Smeltkroes van nationaliteiten: het kan dus wél

Een voormalig bejaardenhuis in boring old Bennekom: de nieuwe huisvesting voor buitenlandse studenten leek niet erg veelbelovend. Maar het tegendeel blijkt waar. Beringhem is een bruisende poel van leven en vormt daarmee een grote tegenstelling met sociale soberheid van de Bornsesteeg. Wat is het geheim? We namen een kijkje bij beide. Door Linda van der…

‘Ik vraag me wel eens af of ze weten waar ze aan beginnen’, zegt Jeroen Ouburg, teamleider bij het Student Service Center. Hij doelt op de internationale studenten die bij hem komen met het verzoek te verhuizen naar de Bornsesteeg. De huurprijs is er weliswaar laag, je hebt een eigen keuken en de campus ligt op een steenworp afstand. Maar aan die luxe zit ook een keerzijde, vertelt Ouburg. ‘Omdat er geen gemeenschappelijke ruimtes zijn, is het voor bewoners aan de Bornsesteeg moeilijker om contact te maken, zeker wanneer je dat niet gewend bent vanuit je cultuur.’ Het voormalige verzorgingstehuis in Beringhem dat afgelopen najaar in gebruik werd genomen, leek op het eerste gezicht geen verbetering . Gezien de afstand tot de campus en het uitgaansleven in Wageningen was de verwachting dat studenten daar zo snel mogelijk weer vandaan wilden. Maar snel gonsde het van de berichten die op het tegendeel wijzen. Beringhem bruist van de gezamenlijke activiteiten, de verschillende nationaliteiten trekken gezamenlijk met elkaar op en vrijwel iedereen die er zit wil het liefste blijven: het aantal verhuisverzoeken is minimaal. Ouburg heeft wel een verklaring: ‘In Beringhem liet de ruimte het toe om gezamenlijke ruimtes te realiseren. Dat stimuleert studenten om contact te maken. Daarnaast hebben we er bewust voor gekozen om bij de eerste toekenning een zo gevarieerd mogelijke groep studenten bij elkaar te zetten.’ Het lijkt lastig om de succesformule van Beringhem ook op de Bornsesteeg toe te passen omdat de gezamenlijke ruimtes ontbreken. Wel wil Ouburg deze zomer opnieuw kijken of ook in de Bornsesteeg een betere mix van nationaliteiten gerealiseerd kan worden. Want ja, ‘je hoort zeker verhalen van studenten die eenzaam zijn.’

Beringhem, Bennekom

Aantal studenten: 160 Huurprijs: ongeveer 400 euro per maand Nationaliteiten: mix

Elke avond samen eten, zonder kloppen bij elkaar naar binnen, film kijken op een groot scherm en wilde feestjes met zelf gebrouwen bier. De bewoners van het voormalige verzorgingstehuis Beringhem in Bennekom hebben een ‘high quality life’, vinden ze zelf. In december 2011 kocht de universiteit het oude verzorgingstehuis in Bennekom om het kamertekort onder internationale studenten aan te pakken. De circa honderd kamers werden geschikt gemaakt voor bewoning door studenten, de 34 aanleunwoningen voor PhD-ers. De recreatiezalen op iedere afdeling werden omgebouwd tot grote gezamenlijke woonkeukens, met tientallen meters aanrecht en een kookeiland met meerdere kookpitten. Heel enthousiast waren de eerste bewoners van het verbouwde verzorgingstehuis niet toen ze hoorden dat ze in Bennekom gehuisvest werden. ‘Ik dacht: fuck, ik woon niet eens in Wageningen!’, vertelt Ianna Dantas uit Brazilië. ‘Het gebouw deed me aan een oude gevangenis denken,’ zegt Gvantsa Khutsishvili uit Georgië. Het centrum van Wageningen met alle gezellige kroegjes is een eind fietsen en de campus is op de fiets weliswaar goed te bereiken, maar niet als er een dik pak sneeuw ligt. De internationale studenten zijn naar eigen zeggen niet echt ‘ervaren fietsers’ en de dichtstbijzijnde bushalte richting uni is een kwartier lopen. Maar de eerste scepsis sloeg al snel om. De internationale studenten in de kamers voelen zich ondanks de mix aan nationaliteiten één grote familie. En dat is mede dankzij de aanwezigheid van de gezamenlijke ruimtes, denkt Gvantsa. ‘De keuken op de eerste verdieping is het middelpunt van Beringhem. Hier komt iedereen na de colleges naartoe om te koken en te eten.’ Gvantsa: ‘Als internationale student ben je in Nederland min of meer op jezelf aangewezen. Maar zodra je in de keuken bent, is er een natuurlijke interactie. Je komt thuis na college, je bent moe, maar je móet eten.’ VHL-student Farkhad Rakhmatov uit Rusland ziet ook het belang van een gezamenlijke plek. ‘De eerste keer als je in de keuken komt zeg je gedag en stel je je voor, daarna maak je een praatje en zo leer je elkaar langzamerhand steeds beter kennen.’ Verlegen bewoners worden dan ook uitgenodigd vooral aan te sluiten en mee te eten.

Inmiddels zijn de ‘Bennekools’, zoals de studenten bekend staan, een hechte gemeenschap. De vriendschappen strekken zich uit over de verschillende verdiepingen, vertelt Ianna. ‘Ik kán niet eens meer alleen op mijn kamer zijn, ik wil iets doen met de anderen.’ De studenten delen lief en leed met elkaar, studeren samen tijdens de tentamenweek, vieren carnaval en maken stedentripjes. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, wat je religie is of je seksuele geaardheid. ‘We staan altijd voor elkaar klaar,’ aldus Ianna. Ze vertelt over de studente die een noodkreet op de Beringhem Facebookpagina postte: ze had een dringende behoefte aan wiet. Lachend: ‘Binnen een kwartier was ze voorzien.’ Het voormalige verzorgingstehuis functioneert als een klein dorp: zo is er een commissie die elke avond een international dinner organiseert, op de begane grond knipt een studente de haren van haar huisgenoten en op de derde verdieping woont een jongen uit Costa Rica die zijn eigen bier brouwt. De bewoners van de eerste verdieping hebben tweedehands banken gekocht en er is een diascherm zodat er regelmatig relaxte filmavondjes kunnen worden georganiseerd. De tuin wordt ‘s zomers én ‘s winters gebruikt om te barbecueën. Af en toe zijn er feestjes, maar die moeten minimaal twee weken van te voren worden gemeld bij de gemeente wegens een incident met een als Hitler verklede party crasher. Natuurlijk kennen de Bennekools ook de strubbelingen die elk studentenhuis met gemeenschappelijke ruimtes heeft. ‘We hebben hier een aantal notoire niet-schoonmakers,’ zegt Farkhad. ‘Dan staat er pasta te schimmelen in de keuken. We hebben geprobeerd erachter te komen wie het is, maar dat is nog niet gelukt.’ Volgens Ianna horen die ergernissen erbij. ‘Ik vind het ook wel leuk om met elkaar te discussiëren over schoonmaakroosters en huishoudelijke taken.’ Ook de prijzen liggen wat hoger dan een kamer in een van de sterflats. Farkhad: ‘Mensen die hier weggaan doen dat vanwege de huurprijs.’ Zelf willen ze voor geen goud weg uit Beringhem. ‘Ik zou niet in Bornsesteeg willen wonen,’ zegt de Mexicaanse Luz Verastegui Tena. ‘Weet je hoe ze dat noemen? Mordor.’

Bornsesteeg, Wageningen

Aantal studenten: 640 Huurprijs: ongeveer 300 euro Nationaliteiten: voornamelijk uit China en Afrikaanse landen

Eenzame weekenden, gesloten deuren en altijd alleen koken en eten. Eén gezamenlijke ruimte in het hele gebouw, die de komende twee maanden is volgeboekt. De bewoners van de Bornsesteeg weten vaak niet eens wie hun buren zijn. ‘Net of ik in een doos woon’, vindt een van hen. In 2007 werd de sterflat aan de Bornsesteeg exclusief toegewezen aan buitenlandse studenten. Alle kamers hebben een eigen keuken en sommige delen een badkamer. Er zijn geen gedeelde keukens of woonkamers. Een schoonmaakbedrijf verzorgt de toiletten en badkamers. Op de begane grond is een grote ontmoetingsruimte, Number 3. Maar die wordt vrijwel alleen in het weekend gebruikt. Aanvankelijk was hij blij dat hij van een particuliere kamer in Ede naar Wageningen kon verhuizen. Heel dichtbij de campus en een redelijke huur. Maar de Bornsesteeg blijkt een eenzame plek te zijn voor Birhane Abebe. ‘Pas na een maand kwam ik erachter dat er drie andere Ethiopiërs op deze gang wonen’, vertelt hij. ‘Ik ken ze ongeveer van naam en gezicht, maar we hebben amper contact met elkaar.’ Op zijn afdeling heeft sowieso iedereen zijn kamer op slot. ‘Ik weet nooit wie er thuis is, of wie ze eigenlijk zijn.’ Birhane is iemand die graag de kat uit de boom kijkt. Zijn studiegenoten vertellen dat het flink wat tijd kostte voor hij hen ook maar aan durfde te kijken als ze hem wat vroegen. ‘Ik heb een reden nodig om over mijn barrières heen te stappen’, vertelt hij. ‘Een gezamenlijke ruimte zou daarin zo veel betekenen, omdat je dan per definitie contact met elkaar hebt.’ In Ethiopië op de universiteit ging het er heel anders aan toe. Birhane deelde een slaapkamer met zeven anderen en ze aten samen in een grote kantine. Een schril contrast met de kilte op de Bornsesteeg, waar hij niet eens weet wie zijn ganggenoten zijn. ‘Het afgelopen weekend heb ik van vrijdag tot maandag welgeteld één vriend gezien. Ik ben een keer naar de C1000 geweest, en verder heb ik binnen gezeten. Facebooken en Skypen met het thuisfront.’ Volgens hem leeft zeker de helft van zijn flatgenoten op die manier, terwijl echt contact een diepe menselijke behoefte is. ‘Als ik bij vrienden ben dan kan ik ontspannen, delen wat er in me omgaat en daardoor voel ik me gelukkig. Dat mis ik nu.’ Toch wil Birhane niet verhuizen naar een ander complex. Hij vindt het een goed gebouw, relatief nieuw. Goede liften, en heel dicht bij het Forum. ‘En mijn landgenoten wonen op deze gang. Ook al spreek ik ze niet, het idee dat ze hier zijn vind ik heel fijn.’ Maar ook in de Bornsesteeg kan het gezellig zijn, al kost het wat moeite. Op de derde verdieping trekken ze zich niks aan van het gebrek aan gezamenlijke ruimte. ‘We eten bij elkaar op de kamer, en kijken samen films’, vertelt Yue Liu uit China. ‘Mijn afdeling is te gek, we kennen en vertrouwen elkaar. Deuren staan hier open.’ Zelf is hij daarom nooit eenzaam geweest, maar hij weet dat het speelt in zijn flat. Zijn afdeling is een grote uitzondering. De cultuur die op een gang heerst en de bewoners zelf zijn bepalend. ‘De stille gangen hebben wat actieve mensen nodig om ze op te vrolijken. Daar kun je op hopen, maar je kunt het niet regelen.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.