Student - 29 april 2010
Rookpluim
Eerst schrik ik niet. Ik ben vooral verbaasd over de dikke rookpluim in het natuurgebied waar ik zowat elk weekend kom. In de verte zie ik twee scoutingleden rondjes lopen om de brandhaard. Nee, dit is duidelijk geen kampvuur.

Ik ben wel bos- en natuurbeheerstudent, maar voel me niet bepaald de held. Blussen durf ik niet. De vlammen komen tot boven mijn nek. De warmte voelt vreemd, een beetje onwerkelijk.
'Wij zagen het ineens branden', zegt de scout. 'Toen hebben we 112 gebeld, de brandweer is onderweg.' Vanuit de verte wandelt de politie al naar ons toe. 'Hebben jullie iemand gezien?', vraagt een lange, kalende agent. Zodra de scout en ik negatief reageren is hun onderzoek naar de oorzaak afgerond.
Een loeiende sirene kondigt de komst vande brandweer aan. Het lijkt een film, maar wel een komische: als eerste arriveert een zwartrode brandweerfiets. De bestuurder van de brandweerwagen, die een moment later aankomt, heeft geen sleutels van de slagboom.
'Kan ik nog helpen?', vraag ik de kalende agent. 'Nee, de brandweer is met acht man sterk', zegt hij bijna beledigd, 'Alles onder controle, fiets maar snel naar huis'. Nog geen drie trappen verder roept de brandweer mij: 'We zijn buiten onze gemeente en we weten niet waar we water kunnen vinden. Dus als je ergens een driehoekje ziet, wil je ons dan roepen.' Mijn mond valt open, maar ik ben niet in de stemming om te lachen. 'Nou, neem dan mijn fiets maar', antwoord ik verbaasd.
Beduusd blijf ik kijken. De film gaat door, binnen enkele uren - de politie grapt intussen dat ik wel heel erg snel ter plaatse was, maar vindt het toch niet nodig mijn naam te noteren - is de brand geblust. 'Alleen nog verzuipen', lacht de commandant.
De film voelt als een happy end, met gelukkig slechts beperkte schade. Dan stopt een gepensioneerde fietsster: 'Meneer', vraagt ze aan mij, 'mag ik gewoon doorfietsen of is hier echt een oefening?'