Wetenschap
Natuur & milieu

Ridleys rede tegen het licht

In zijn rede tijdens de opening van het academisch jaar somde de Britse auteur Matt Ridley een reeks ontwikkelingen op die hem optimistisch stemmen over de toekomst van de aarde en haar bewoners. Resource legde vier beweringen die vragen opriepen voor aan Wageningse hoogleraren.
Roelof Kleis

© Shutterstock

Bewering 1

‘Ik denk dat de opwarming van de aarde reëel is, maar de effecten van klimaatverandering zijn niet zo erg als werd gevreesd. Klimaatverandering is reëel, maar ongevaarlijk.’

Rik Leemans, hoogleraar Milieusysteemanalyse: ‘Klimaatontkenners accepteren tegenwoordig steeds vaker de door de mens veroorzaakte klimaatverandering, maar stellen vervolgens meteen dat opwarming en effecten klein zijn, veel effecten positief uitvallen en dat aanpassingen immer mogelijk zijn. Het sterk reduceren van broeikasuitstoot is volgens hen dus onnodig. Het laatste klimaatrapport van de IPCC uit 2014 laat echter onomwonden zien dat dit indruist tegen wetenschappelijke inzichten. Vergeleken met het rapport uit 2000, waarin de 2-gradendoelstelling wetenschappelijk werd onderbouwd, geeft het rapport uit 2014 aan dat we veelal kwetsbaarder zijn. Ridley is lid van de adviesraad van de Global Warming Policy Foundation, die lobbyt tegen klimaatbeleid. Hij winkelt selectief in de klimaatveranderingsliteratuur.’

Bewering 2

‘De totale oppervlakte aan blad in de wereld is de laatste 30 jaar met 14 procent toegenomen. Die vergroening is voor 70 procent toe te schrijven aan de toename van CO2 in de atmosfeer.’

Niels Anten, hoogleraar Gewas- en onkruidecologie: ‘In veel delen van de wereld is de bladoppervlakte inderdaad toegenomen. Maar dat dit vooral te wijten zou zijn aan meer CO2 is hoogst onzeker. Bovendien zijn bijeffecten van deze vergroening waarschijnlijk niet goed. Die vergroening zorgt bijvoorbeeld regionaal voor verminderde reflectie van straling, iets wat vooral op hogere breedtegraden bijdraagt aan opwarming. Verder versnelt de vergroening waarschijnlijk ook het smelten van de permafrost in de arctische gebieden, wat een extra CO2-emissie veroorzaakt ter grootte van de huidige uitstoot van de VS.’

Bewering 3

‘In de wereld als geheel is ontbossing zowat gestopt. In arme landen verliezen we nog bos, maar in rijke landen komt er bos bij. Ontbossing in de tropen komt voor een groot deel door de behoefte van de lokale bevolking aan brandstof om vuur te maken.’

Pieter Zuidema, persoonlijk hoogleraar Tropische bossen: ‘Dat ontbossing vooral komt door de lokale behoefte van brandstof voor vuur, is onjuist. Het verzamelen van brandhout dunt het bos uit, maar het zorgt zelden voor ontbossing. De belangrijkste oorzaak voor kaalkap van tropische bossen is de landbouw. 80 procent van de verdwenen bossen wordt omgezet in akkertjes voor kleinschalige landbouw en in commerciële plantages voor palmolie, pulphout, rubber en soja. Om te staven dat de ontbossing zowat is gestopt, gebruikt Ridley cijfers over netto bosverlies, de resultante van ontbossing en herbebossing. Maar een klein nettoverlies betekent niet dat er weinig ontbossing is. Nog steeds verdwijnt er jaarlijks een gebied ter grootte van twee keer Nederland aan tropisch bos en uit satellietmetingen blijkt dat dit recent is toegenomen. De uitspraak dat het bosoppervlak in rijke landen toeneemt, is wel juist. Dat geldt in geringe mate ook voor tropische landen, maar het is te vroeg voor algeheel optimisme over tropische bossen.’

Bewering 4

‘In mijn leven is het deel van de mensheid dat in armoede leeft, gekelderd van twee derde naar minder dan 10 procent. In lijn daarmee is de kindersterfte op alle continenten spectaculair gedaald.’

Ruerd Ruben, hoogleraar Impactanalyse gericht op voedselzekerheid: ‘Er is inderdaad sprake van een sterke daling van het percentage van de wereldbevolking dat in armoede leeft. De Wereldbank schatte het in 2015 op 9,2 procent. Maar de afname komt grotendeels voor rekening van China. In Sub-Sahara Afrika leeft nog altijd ruim 35 procent van de – groeiende – bevolking onder de armoedegrens. De daling van ondervoeding en kindersterfte houdt ook geen gelijke tred met de vermindering van armoede. De kindersterfte is tussen 1990 en 2015 weliswaar gehalveerd, van 90,6 naar 42,5 per 1000, maar groeiachterstand – stunting – is slechts met 30 procent teruggelopen in dezelfde periode. Het blijkt dus lastig om hogere inkomens te vertalen in betere voeding.’

Bekijk de rede van Matt Ridley via WURtv hier. Let op: de link laat je de hele opening van het academisch jaar zien. Ridley’s rede begint op 26 minuten en 15 seconden.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.