Pieter Duisenberg in gesprek met onder meer Bregje de Regt van de studentenraad. © Jelle Maas
De kersverse voorzitter van de VNSU was op de Wageningse campus in het kader van zijn kennismakingsrondje langs alle Nederlandse universiteiten. Duisenberg, voormalig Tweede Kamerlid voor de VVD, is sinds 1 oktober voorzitter van VSNU, de Vereniging van Nederlandse Universiteiten. Hij sprak onder meer met rector magnificus Arthur Mol en kreeg een rondleiding door Helix. Ook de studentenraad kreeg tijdens de lunch de kans om met Duisenberg van gedachten te wisselen.
Mol en Duisenberg spraken onder meer over digitalisering in het universitair onderwijs. De Nederlandse universiteiten investeren al jaren gezamenlijk in de digitale ruggengraat: van wifi tot dataopslag en digitale leeromgevingen. Volgens de nieuwbakken VSNU-voorzitter is WUR hierin voorloper. ‘Ik ben dan ook blij dat Arthur Mol namens de VSNU in de stuurgroep plaats zal nemen.’ In het VSNU-project gaan hogescholen en universiteiten samen optrekken in het verkennen van wat werkt en wat niet werkt, en gaan ze elkaar verder helpen.
Concretiseren
Samen met collega’s van de Universiteit Leiden en de Open Universiteit gaat Mol de zogenoemde ‘versnellingsagenda’ van de VSNU verder concretiseren. Hierin staan drie doelen beschreven die de universiteiten nastreven: de aansluiting op de arbeidsmarkt verbeteren, de flexibilisering van het onderwijs versnellen en slimmer en beter leren met technologie.
De rector erkent dat WUR een van de universiteiten is die vooroploopt in de digitale onderwijsvernieuwing. ‘Denk bijvoorbeeld aan het groot aantal MOOC’s en onze digitale vernieuwing in het campusonderwijs zoals blended learning, instructiefilmpjes en de introductie van Lab Buddy.’ Daarnaast heeft WUR drie online masteropleidingen – uniek in Nederland, aldus Mol.
Ruziën
Samenwerking is belangrijk als Nederland haar koppositie in universitair onderwijs en onderzoek wil behouden, benadrukt Duisenberg. In plaats van onderling te ruziën over verdeling van het geld, moeten de universiteiten samen zorgen dat de sector beter gefinancierd wordt, vindt hij. ‘Als universiteiten samen hun ambitie uitspreken, dan heeft dat veel meer impact.’ Overigens denkt hij niet dat de universiteiten elkaar vliegen afvangen. ‘Er heerst een hele goede vibe. Sommige onderwerpen worden scherp besproken, maar dat lijkt me niet meer dan gezond.’