Tijdens modules in de eerste schooljaren, tijdens het afstudeerproject, of tijdens een master. In het tweede jaar van mijn studie kwam de kennismaking met deze materie. Wat lessen en een practicumopdracht achter de computer. Het stappenplan voerde ik braaf uit, en na het nodige geklik op verschillende knopjes rolden daar inderdaad een paar indrukwekkende tabellen en grafieken uit in het SPSS-scherm. Waarom, wanneer en hoe je welke test moest gebruiken bleef raadselachtig. De echte kennismaking kwam eigenlijk pas tijdens het afstuderen. Toen ik begin september op mijn rooster keek en zag dat we zes weken lang elke morgen zouden beginnen met een ‘practicum intensief’ van statistiek deed ik dan ook bepaald geen vreugdedansje door de kamer. Integendeel. Maar wat ik nooit had verwacht; wat een leuke module! Duidelijk, enthousiast en met humor werden de verschillende testen uitgelegd. De docenten haalden flink wat uit de kast om de passie voor ‘hun’ test over te brengen. Van het dragen van een net pak met vlinderdas op ‘de grote dag’, het knutselen van een dendrogram ter demonstratie, tot een haast poëtische lofbede op de ANOVA. En opeens begonnen alle statistiek puzzelstukjes op hun plaats te vallen. Naast begrijpen vind ik het nu nog soort van leuk ook. Voor mij tekent dat een goede module of docent: het vermogen studenten enthousiast te krijgen over een bepaald onderwerp. Zelfs al gaat het om een ogenschijnlijk onmogelijk onderwerp als statistiek. Mission accomplished.
Puzzelen met statistiek
Veel studenten krijgen er spontaan hoofdpijn van. En dan heb ik het niet over het resultaat van een flinke nacht stappen. Nee, ik heb het over normale verdelingen, regressies, chi squares en ANOVA's. Kortom: statistiek. Ontkomen doe je er niet aan in je studie.
