Student - 13 november 2008
POEP

Na een hoop (dit is een test die goede van slechte humor onderscheidt (en dit ook)) gebrainstormd te hebben, kwamen we tot de tactiek ‘heel veel koffie drinken ’s ochtends’. Die aanpak werkte voor mij gedeeltelijk. Poepen lukte wel, maar de schaamte verdween niet. Als ik ‘s ochtends ongelofelijk nodig naar de wc moest na een liter koffie, wachtte ik toch met samengeknepen billen tot mijn huisgenoten de deur uit waren. Zo kwam ik constant te laat op college. Ook mijn vriendin had niet genoeg aan koffie. Uiteindelijk verhuisde ze naar een kamer met een toilet, waar ze ontspannen haar darmen hun gang kon laten gaan.
De echte oplossing van mijn probleem kwam toen ik een relatie kreeg met mijn huidige vriend. Hulde aan hem. Toen ik hem op een dag opbelde, vroeg ik me hardop af waar die onbestemde galm op de achtergrond vandaan kwam. ‘Gewoon’, zei mijn vriend, ‘ik zit op de wc’. ‘Oh, was je aan het lezen?’ vroeg ik schaapachtig. ‘Neu, ik ben aan het poepen.’ ‘Oh.’ Even wist ik niet zo goed wat ik moest zeggen. Daarna zei ik vertwijfeld dat ik dan maar ging ophangen omdat ik me niet meer zo goed op het gesprek kon concentreren.
Voor mij was dit een volkomen nieuw fenomeen: mensen die zich niet schamen als ze aan het poepen zijn. Ik kon er moeilijk over uit of ik dit nu een goede of een slechte eigenschap vond. Die dag besloot ik dat het een goede eigenschap was; mijn vriend had immers geen poepproblemen. En dus begon ik langzaam aan zekerder te poepen, wat leidde tot een enorme letterlijke en figuurlijke opluchting.