Organisatie - 1 januari 1970
Opvolgers gezocht
De landbouw staat onder druk, inkomens dalen. Als er geen boerenzonen of boerendochters meer opvolger willen worden in landbouwbedrijven, moet er misschien naar andere opvolgers worden gezocht. De multinational bijvoorbeeld, of toch de hobbyboer met werkende vrouw.
Rienks ontvouwde vervolgens een scenario met perspectieven voor de verschillende landbouw sectoren in de verschillende regio’s in Europa. Daarin is Nederland een dunbevolkte stad met weliswaar een goede bodem en klimaat, maar die zijn er elders ook. Gekoeld transport maakt dat landbouw steeds meer daar plaatsvindt waar er het goedkoopst geproduceerd kan worden.
In Nederland kan de hoogproductieve, hoogintensieve landbouw overleven, denkt Rienks, de tuinbouw onder glas en de vollegrondstuinbouw. Voor melkveehouderij zijn er kansen voor groei, maar de akkerbouw zal verdwijnen en ook de intensieve veehouderij krimpt. Wie wordt er nog opvolger in deze tijd, vroeg Rienks zich af. ‘Misschien de multinational die het gezinsbedrijf gaat opvolgen, of de landschapsbeheerder die de boer opvolgt. Of kruipt het bloed waar het niet gaan kan en moet de boer die boer wil blijven een hobbyboer worden en een rijke vrouw zoeken?’
Wil Nederland niet alleen een landbouw-achtige façade overhouden, dan moet de overheid meer sturen, concludeerde hij. Maar dat was aan dovemansoren gericht. Jolinda van der Endt van de directie Platteland van het ministerie van LNV hield juist vol dat de tijd voorbij is dat de overheid stuurt. ‘Wij bepalen niet meer hoe het landschap eruit ziet of welke boer mag blijven.’ / JT