Student
Studentenleven

Op en neer

Volle treinen en afgeladen bussen zijn het bewijs: steeds meer Wageningse studenten reizen op en neer tussen ouderlijk huis en universiteit. Reistijden van drie à vier uur per dag zijn daarbij geen uitzondering. Wie zijn die nieuwe forenzen, en wat drijft ze? Door Albert Sikkema en Stijn van Gils

Half acht ‘s ochtends, een doordeweekse dag. Op het station Ede-Wageningen is het dringen geblazen voor een plekje in lijn 88, de busverbinding die de campus verbindt met het Nederlandse spoorwegennet. Per uur vertrekken er zes verlengde (‘gelede’) bussen, elk met een capaciteit van ruim honderd passagiers. Dat is te weinig, zo weet inmiddels iedereen die op het traject is aangewezen. Ook busmaatschappij Syntus ziet het probleem en gaat binnenkort acht bussen per uur inzetten. Wat vooral opvalt, zegt de woordvoerder van Syntus, is dat er gedurende de dag meer studenten in de bus zitten. ‘Voorheen hadden we alleen een piek rond de collegetijden.’

Spanning op de kamermarkt

Buslijn 88 is illustratief voor de groeiende aanvoer van studenten via het openbaar vervoer. Waar komt die tendens vandaan? Een blik op de statistieken maakt de structurele oorzaak al snel zichtbaar: de afgelopen vijf jaar is het aantal eerstejaars met ruim 70 procent toegenomen, terwijl het aantal kamers van Idealis vrijwel gelijk bleef. Hoewel het aanbod aan particuliere kamers in die tijd enigszins toenam, groeide de spanning op de kamermarkt daardoor fors. Vooral de eerste paar maanden van het academisch jaar is dat merkbaar in de OV-lijnen die richting de campus gaan.

Harde knip

Maar er zijn nog andere redenen. Sommige studenten kiezen er uit financiële overwegingen voor thuis te blijven wonen. Met de dreigende afschaffing van de basisbeurs kiezen ze eieren voor hun geld. Zoals een van de forenzen op deze pagina’s het ziet: ‘als ik op kamers ga scheelt me dat reistijd, maar dat valt weg tegen de uren die ik moet werken om de huur te kunnen betalen.’ Daarnaast begint er een nieuwe groep te ontstaan: de harde-knippers, oftewel de masterstudenten die hun bachelor elders hebben gedaan, daar gesetteld zijn, en voor de twee jaar van hun master niet bereid zijn om kamer en vrienden op te geven. Die groep is nog klein, maar zal naar verwachting groeien de komende jaren. En ten slotte zijn er de traditionele forenzen: studenten die vanwege hun bijbaan, hun sportvereniging of de bijzondere kookkunsten van moeders, liever nog een poosje thuis blijven wonen. Al het reisongemak ten spijt.

De toename van het aantal eerstejaars studenten (groen) en van het aantal kamers van Idealis (rood) ten opzichte van vijf jaar geleden (100%).

‘Ik besteed m’n tijd nuttig’

Billy Scaf, dagelijkse reistijd: 3,5 uur eerstejaars master Animal Sciences ‘Ik reis elke dag op en neer vanuit Den Bosch, waar ik gestudeerd heb aan de HAS. De verbinding tussen Den Bosch en Wageningen is niet prettig, je kunt over Arnhem of Utrecht maar in beide gevallen doe ik er een uur en drie kwartier over. Gemiddeld reis ik vier dagen per week op en neer. Om op tijd te zijn voor de les van half negen, moet ik ‘s ochtends om kwart voor zes opstaan. De drieënhalf uur die ik dagelijks op pad ben, besteed ik nuttig door artikelen te lezen in de trein. Maar ideaal is het niet. Ik wil graag een kamer in Wageningen, maar dan wel een zelfstandige kamer. Ik heb me op 2 januari 2012 ingeschreven bij Idealis en sta nu op plaats negen, dus ik hoop binnen vier weken een kamer te hebben. Die kamer komt er aan, dat is wel een goede motivatie om het reizen vol te houden.’

‘Ik hou niet van uitgaan’

Marloe Brouwers, dagelijkse reistijd: 3 uur eerstejaars master Animal Sciences: ‘Ik woon in Beers, Oost-Brabant, net onder Cuijk, bij mijn ouders. Van Cuijk naar Wageningen met de trein duurt anderhalf uur. Dat valt mee. Hiervoor deed ik de HAS Den Bosch, toen reisde ik ook op en neer – het went. Ik sta ‘s ochtends om 10 voor half 6 op, dat is wel vroeg, ja. Ik zoek geen kamer in Wageningen. Kamers heeft me nooit getrokken, ik mis het studentenleven niet, ik hou niet van uitgaan, ik spreek liever met vrienden af. Bovendien is het duur. Als het reizen zou vervelen en ik toch een kamer wil nemen, zou ik naast de studie moeten werken om de huur te kunnen betalen – dan ben je daar dus tijd aan kwijt. Ik ga nu met de trein. Als ik dat niet meer trek, kan ik altijd de auto pakken van mijn ouders. Met de auto is veel sneller, zo’n drie kwartier, maar wel een stuk duurder.’

‘Er zijn vijftig wachtenden voor me’

Sophie Zwartsenberg, dagelijkse reistijd: 3,5 uur eerstejaars master Biologie: ‘Ik woon bij mijn ouders in Deventer. Naar Wageningen reizen duurt anderhalf a twee uur, afhankelijk of de aansluiting goed is. Ik ben al goed gaar. Het studierooster in de eerste periode is ook niet vriendelijk, ik heb vijf dagen van half 9 tot kwart over 5. Ik sta ‘s ochtends om half 6 op en ik ben ‘s avonds weer thuis om half 8. Het is heel vermoeiend, ik heb ‘s avonds geen tijd voor zelfstudie, dan wil ik slapen. Studeren in de trein is ook vrij lastig, want ik moet drie keer overstappen. Ik kan geen kamer vinden in Wageningen. Ik heb me ingeschreven bij Idealis, maar er zijn vijftig wachtenden voor me. Ik ben pas in de zomervakantie begonnen met zoeken, omdat ik toen zeker wist dat ik in Wageningen kon gaan studeren. Ik heb Toegepaste Biologie gedaan in Den Bosch, en moest een toets halen om de master te mogen doen. Nu is er heel weinig aanbod van kamers. Ik zou eigenlijk moeten afspreken met medestudenten in studentenhuizen, maar ‘s avonds ben ik thuis in Deventer. Reizen en een kamer zoeken is een lastige combinatie. Ik hoop dat ik voor de winter een kamer heb.’

Ik heb het geld echt nodig’

Nick Lettink, dagelijkse reistijd: 2,5 uur tweedejaars master Facility Management: ‘Ik woon in Doetinchem. Drie keer per week gaat om zes uur de wekker. Met trein en bus doe ik er een uur en een kwartier over, als er geen vertraging is. En er is veel vertraging, de treinverbinding tussen Doetinchem en Arnhem is een ramp. Maar er zit niets anders op. Ik wil niet op kamers in Wageningen. Ik doe een tweejarige master en zit al in het tweede jaar, dus ik heb nog een klein jaartje te gaan. Ik heb een heel goed bijbaantje in Doetinchem bij een drukkerij. Ik kan geen beter bijbaantje vinden en ik heb het geld echt nodig, want ik krijg als zesdejaars geen studiefinanciering meer. Ik ben niet in Wageningen gaan studeren voor het studentenleven. Als ik uitga, ga ik naar Nijmegen of Arnhem.’

‘Reizen is prima te doen’

Aster Boeschoten, dagelijks reistijd: 1 uur, 40 minuten eerstejaars bachelor Bos- en Natuurbeheer: ‘Reizen bevalt me prima. Elke dag ben ik zo’n vijftig minuten onderweg vanuit Driebergen. De verbinding sluit goed aan, al moet ik wel vroeg opstaan. Meestal vertrek ik vijf over zeven en ben ik om half zeven weer thuis. Soms probeer ik onderweg te leren, maar vaak lukt dat niet omdat ik steeds maar kort in de trein zit. Als ik op kamers zou zitten ben ik waarschijnlijk ongeveer dezelfde tijd kwijt met koken en zo, dus daarvoor hoef ik het niet te doen. Toch ga ik liever op kamers. Ik wil voor mezelf kunnen zorgen en het Wage- ningse studentenleven meemaken. Mijn hele studietijd thuis wonen zie ik niet zitten. Maar ja, omdat reizen eigenlijk prima te doen is, ben ik niet zo hard op zoek.’

‘Ik ben hier alleen om mijn diploma te halen’

Denise Jacobs, dagelijkse reistijd: 3 uur eerstejaars master Facility Management: ‘Ik woon in Rotterdam en heb bewust gekozen voor Wageningen, omdat de studie goed aansluit op mijn hbo-opleiding. De reistijd heb ik er voor over. Het reizen bevalt goed, al is het wel even wennen. Ik heb vrijwel nooit vertraging. Meestal begint mijn college pas om half tien en ben ik rond drie uur weer thuis, maar soms moet ik al om vijf over zes in de trein zitten. Per dag reis ik ongeveer drie uur. In die tijd kan ik gewoon studeren. Ik lees een artikel of maak mijn wiskundeopgaven in de trein. Ik heb hier bewust voor gekozen. Wonen in Wageningen was geen optie, aangezien ik net ben gaan samenwonen. Voor het studentenleven ben ik niet naar Wageningen gekomen, ik ben hier alleen om in twee jaar mijn diploma te halen en daarna een baan te zoeken.’

‘Smartphone is ideaal tijdens de reis’

Jerry Gumbs, dagelijkse reistijd: 3 uur eerstejaars bachelor Milieuwetenschappen: ‘Ik kom uit Curaçao en zit in Arnhem op kamers. Die kamer is geregeld door de Stichting Studiefinanciering Curaçao en bevalt me prima. Het is mijn eerste keer in Nederland en dan is het niet gemakkelijk om zelf een kamer te zoeken. Als ik om half negen op school wil zijn, moet ik gewoon anderhalf uur eerder van huis vertrekken. Onderweg slaap ik. Of ik ping, Wapp, Facebook en Twitter met vrienden. Zo’n smartphone is ideaal tijdens de reis. Als ik ga stappen, ga ik naar Nijmegen of blijf ik gewoon in Arnhem. Misschien mis ik iets van het Wageningse studentenleven. Ik zou op zich best graag bij een studentenvereniging willen zitten, maar ik ben bang dat het ten koste gaat van mijn sport: basketbal. Ik train drie keer per week bij een vereniging in Arnhem. Een studentenvereniging verwisselen voor basketbal? Nooit! Misschien dat ik me ooit bedenk en toch naar Wageningen wil. Voor dat geval sta ik vast ingeschreven bij Idealis. Maar komend jaar blijf ik zeker in Arnhem.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.