Wetenschap

Oostvaardersplassen moeten groter

De eens zo diverse Oostvaardersplassen hebben zich ontwikkeld tot een homogeen grasland. Om er met de huidige beheervorm weer een heterogeen divers landschap van te maken is uitbreiding nodig.
Roelof Kleis

(foto: Shutterstock) Dat concludeert onderzoeker Perry Cornelissen. De onderzoeker, werkzaam bij Staatsbosbeheer, promoveerde gisteren op zijn studie naar de rol van grote grazers en ganzen op de vegetatie in onder meer de Oostvaardersplassen. Het wetland in de Flevopolder is het grootste natuurgebied van ons land waar kuddes runderen, paarden en edelherten op een zo natuurlijk mogelijke manier samenleven. Cornelissen onderzocht wat de ecologische effecten van deze vorm van rewilding zijn.

Beschutting

Voor de diversiteit van het begraasde deel van de Oostvaardersplassen heeft deze vorm van rewilding niet gezorgd. De aantallen dieren zijn zo groot geworden dat het eens heterogene landschap met grasland, bomen, riet, en struweel is verworden tot een terrein waar grasachtige vegetatie de boventoon voert. Bomen en struiken zijn grotendeels verdwenen en doornstruiken kunnen zich door de graasdruk niet vestigen. Jonge boompjes ontberen daardoor de beschutting van doornige soorten om groot te groeien.

Ik zie zeker kansen voor rewilding, maar dan moet er wel iets gebeuren

Perry Cornelissen

Maar dat wil volgens Cornelissen niet zeggen dat we er ‘de stekker uit moeten trekken’. ‘Ik zie zeker kansen voor rewilding, maar dan moet er wel iets gebeuren.’ Cornelissen pleit voor uitbreiding van het huidige gebied, om op die manier de vereiste heterogeniteit te vergroten. ‘Het huidige gebied is zeer homogeen. Het bestaat vrijwel uitsluitend uit kleigrond, waardoor de vegetatie gedomineerd wordt door voedselrijke graslanden. Uitbreiding van het gebied betekent dat er meer variatie in bodemtypen en grondwaterstanden komt. Die variatie leidt tot diversere vegetatie en voedselaanbod.’

Ganzen

Meer heterogeniteit betekent volgens Cornelissen ook dat de graasdruk op de verschillende gebieden verandert. Het heckrund, dat het nu al moeilijk heeft in de concurrentieslag met andere grazers, krijgt daardoor weer meer de ruimte. De populatie runderen neemt de laatste jaren af, omdat ze er volgens Cornelissen ‘worden uitgedrukt’. Ganzen vreten het gras zo kort dat er voor de koeien te weinig overblijft.

Vergroten van de heterogeniteit is volgens Cornelissen goed mogelijk door de Oostvaardersplassen te koppelen met andere gebieden. ‘Het zou mooi zijn om in de toekomst ook een verbinding met de hogere zandgronden op de Veluwe te maken. ’Op den duur In de richting van de Veluwe is uitbreiding mogelijk. In feite gaat het om het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur die er ligt. Ik denk dat het kan, als we het met zijn allen maar willen.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.