Wetenschap - 18 januari 2007
Oormerken kosten meer dan ze opbrengen
De Europese Unie dwingt elektronische identificatie van schapen af. De kosten daarvan zullen echter bijna vier miljoen hoger zijn dan de baten, blijkt uit berekeningen van het LEI.

Op verzoek van het ministerie van LNV onderzocht het LEI de kosten en baten van de elektronisch afleesbare oormerken of bolussen. De kosten per jaar blijken 3,7 miljoen euro hoger te zijn dan de direct berekenbare baten van de operatie; tegenover een totaal aan kosten per jaar van 5,8 miljoen euro staan berekenbare baten van 2,1 miljoen.
De kosten zitten vooral in de aanschaf van nieuwe apparatuur en de arbeid die nodig is om de nieuwe oormerken aan te brengen. Omdat informatie niet meer op papier bijgehouden hoeft te worden, kan er op administratieve kosten worden bespaard.
Verder zou het nieuwe systeem voordelen kunnen hebben bij een uitbraak van dierziektes en zouden exportbeperkingen voorkomen kunnen worden, maar dat is lastig hard te maken in cijfers, zegt onderzoeker dr. Aris Gaaff.
‘De keuze voor invoering van een elektronische registratie van schapen en geiten is een internationale beleidskeuze’, zegt Gaaff. ‘Ons onderzoek zal voor de EU waarschijnlijk geen aanleiding zijn om de maatregel te heroverwegen.’ Gaaff geeft aan dat het belang van het onderzoek voor LNV vooral ligt in het inzicht in de verdeling van de kosten over de onderdelen van de sector, namelijk dierhouders, handelaars en slachthuizen. Hierdoor kan de invoering beter begeleid worden.