Foto:Filip Bunkens
De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat de bacteriegemeenschap in onze darmen de gezondheid beïnvloedt. Aanwezigheid van ‘goede’ beestjes is belangrijk voor een normale spijsvertering, maar ook voor de afweer en het geestelijk welzijn. Bij patiënten met chronische darmontstekingen, obesitas en diabetes blijkt deze darmflora vaak verstoord. Zij knappen vaak op van poeptransplantaties, waarbij ze een gezonde set bacteriën krijgen toegediend.
Naast bacteriën leven in onze darmen echter ook grote aantallen virussen. Deze zijn kleiner en bevinden zich in het schemergebied tussen levend en levenloos. In eerdere studies vonden wetenschappers weinig overeenkomst in de virusgemeenschap van mens tot mens. Maar het werk van hoogleraar Microbiologie Willem de Vos en zijn collega’s stelt dat beeld bij.
Er blijkt wel degelijk een kerngroep te bestaan van virussen die bij veel mensen te vinden is. Zo vond het team 23 virussen die werden gedeeld tussen de helft van de 64 proefpersonen. Daaromheen zat nog een groep van virussen die door een substantiële minderheid werd gedeeld. Juist bij mensen met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa was deze gemeenschap verstoord. En dat suggereert dat de virussen, in samenspel met de aanwezige bacteriën en ons lichaam, medeverantwoordelijk zijn voor gezonde darmen.
Dat de microbiologen deze overeenkomsten nu wel vonden, lag aan hun aanpak. In plaats van de hele darminhoud te onderzoeken, visten ze bij twee proefpersonen hieruit eerst zoveel mogelijk virusdeeltjes. Vervolgens werd al het DNA van deze virussen opgehelderd en vergeleken met dat van de andere proefpersonen.
Dit resultaat is niet zomaar te vertalen in ‘virusgeneesmiddelen’, waarschuwt De Vos, al wordt daar al wel onderzoek naar gedaan.