Organisatie - 19 april 2012
Ontwikkelingshulp
In een commentaar op de onderhandelingen in het Catshuis lees ik in de Volkskrant dat er brede steun bestaat onder onze vaderlandse bevolking om één miljard extra te bezuinigen op ontwikkelingshulp.

Mijn gedachten gaan terug in de tijd. Geheel onverwacht overleed vijfentwintig jaar geleden Dick Thalen, kort daarvoor aangesteld als hoogleraar Tropisch natuurbeheer aan onze Wageningse universiteit. Vijfentwintig jaar, maar ik ben het niet vergeten: de dubbele ontreddering bij een aantal Afrikaanse studenten. Ze waren niet alleen hun Âinspirator kwijt, maar ook had hij hen in stilte, met eigen middelen, ondersteund. Veel korter geleden opende voormalig premier Balkenende het academisch jaar in Wageningen met een oproep aan de studenten om onze - eveneens voormalige - VOC mentaliteit als voorbeeld te nemen.
Ook zwerft nog steeds een vraag van mijn jongste dochter door mijn hoofd, die ze jaren geleden stelde: ‘Waarom, papa, zijn de mensen in arme landen zo arm en wij zo rijk?' Had ik moeten zeggen: omdat we die landen eeuwenlang hebben leeggeplunderd, beroofd, de mensen als slaven misbruikt en verhandeld, onze westerse waarden en normen opgedrongen? Ik vraag me steeds vaker af wie nu eigenlijk hulp behoeft, ontwikkelingshulp.