Wetenschap

Ontdekker vitamine in ‘t zonnetje

Oud-hoogleraar dierfysiologie en oud-rector magnificus Gerrit Grijns is door Resource uitgeroepen tot de grootste Wageningse wetenschapper. Grijns staat aan de wieg van de vitamineleer.
Roelof Kleis

De redactie van Resource geeft Grijns die credits naar aanleiding van het eeuwfeest. Na 100 jaar Wageningse wetenschap dringt de vraag zich op wie nu de beste wetenschapper was in die periode. Grijns, van 1921-1935 hoogleraar dierfysiologie in Wageningen, komt naar boven drijven omdat hij de enige Wageninger is die ooit is genomineerd voor de Nobelprijs. Twee keer zelfs, in 1926 en 1927.

Baanbrekend

Grijns werd genomineerd voor zijn baanbrekende werk op het gebied van de vitamineleer. Grijns was de eerste die het werkingsprincipe van vitamine formuleerde. Dat deed hij in een artikel in het Geneeskundig Tijdschrift voor Nederlands-Indie in 1901. Het vitamine-onderzoek werd voor het eerst in 1929 met een Nobelprijs voor de Geneeskunde beloond. De prijs ging evenwel naar (onder meer) de Nederlander Christiaan Eijkman.

Rijst

Eijkman was de baas van Grijns toen hij in Nederlands-Indië werkte. Het Nobelcomité sloeg daarmee, volgens de kenners van toen en nu, de plank aardig mis. Naast Eijkman zou zeker ook Grijns de prijs hebben moeten krijgen. Eijkman kreeg de Nobelprijs voor zijn ontdekking dat de gevreesde ziekte beriberi een gevolg was van het eten van ongepelde rijst. Eijkman dacht dat de oorzaak van beriberi een infectie was.

Grijns toonde aan dat beriberi niets met infectie te maken had, maar een gebreksziekte was. Het gebrek ontstond door de rijst te pellen. De daardoor ontbrekende stof in de voeding werd later vitamine B1 genoemd. Resource gaat uitvoerig in op het verhaal achter die geschiedenis.

Lees meer:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.