Wetenschap
Biologie

Onderzoekcentrum voor fenotypering van planten krijgt 22 miljoen

WUR gaat samen met de Universiteit Utrecht een nieuwe onderzoeksfaciliteit inrichten om de ontwikkeling van planten onder verschillende milieuomstandigheden te bestuderen. De faciliteit krijgt een budget van 22 miljoen euro, waarvan NWO 11,3 miljoen beschikbaar stelt.
Albert Sikkema

Artist impression, ©NPEC

Het Netherlands Plant Eco-phenotyping Centre (NPEC), zoals het officieel heet, zal uit zes fysieke onderdelen bestaan; drie in Utrecht en drie in Wageningen. De Universiteit Utrecht maakt kleine ecotrons (ruimtes voor de bestudering van ecosystemen), en gaat een serie kleine klimaatkamers bouwen om de wisselwerking tussen planten, omgeving en microben te onderzoeken onder verschillende condities.

WUR gaat grote klimaatkamers en kascompartimenten inrichten voor genetisch onderzoek aan planten en gewassen onder verschillende groeicondities. Daarnaast ontwikkelt WUR een mobiele veldmodule en drones die buiten op het veld de effecten van de omgeving op de plant- en gewasontwikkeling bestuderen.

Omgeving

‘Van veel plantensoorten kennen we de DNA-volgorde en weten we hoe we ze goed kunnen laten groeien, maar we weten nog niet hoe de omgeving de ontwikkeling en opbrengst van verschillende variëteiten beïnvloedt’, zegt Mark Aarts, persoonlijk hoogleraar Erfelijkheidsleer. ‘Met NPEC kunnen we systematisch nagaan hoe planten reageren op signalen uit de omgeving, zoals ziekten en plagen, bodemleven, bewolking, regen en wind.’ Samen met Rick van de Zedde, specialist op het gebied van biologie en robotica, is Aarts betrokken bij de ontwikkeling van de faciliteit.

Nationaal

De initiatiefnemers willen op deze manier de relatie tussen genen en omgevingsfactoren van modelsoorten en vele land- en tuinbouwgewassen nagaan. NPEC wordt een nationale faciliteit, toegankelijk voor zowel academische onderzoeksgroepen als het bedrijfsleven. Er is al veel belangstelling voor onderzoek in deze grootschalige onderzoeksfaciliteit vanuit de plantensector, zegt Aarts.

Midden (met bloemen) Mark Aarts, links van hem Rick van de Zedde Midden (met bloemen)

Mark Aarts, links van hem Rick van de Zedde

Het centrum wordt gefinancierd uit een fonds voor Large-scale Research Infrastructure van NWO. Dit draagt 11,3 miljoen bij; WUR en Universiteit Utrecht betalen de andere helft.

Klimaatcellen

De investering in het Wageningse deel van het Phenotyping Centre gaat vooral naar kassen, klimaatcellen, sensoren, kunstmatige intelligentie en ICT om de gigantische hoeveelheid data te kunnen bewerken. Onderzoekers moeten zelf onderzoeksprojecten binnenhalen om van het centrum gebruik te kunnen maken. Van de Zedde verwacht dat de hightechindustrie wil gaan samenwerken op het gebied van intelligence en dataverwerking. Aarts voorziet verdere samenwerking met plantenveredelingsbedrijven.

Stress

‘Dit soort faciliteiten zijn heel erg nodig’, zegt de hoogleraar. ‘Als we meer voedsel willen produceren, met zo min mogelijk chemische middelen, dan moeten we veel beter snappen hoe de opbrengst van onze gewassen wordt gelimiteerd door biotische stress en weersomstandigheden. En omgekeerd, hoe nieuwe variëteiten in combinatie met evenwichtige bodemflora kunnen leiden tot hogere gewasopbrengsten en gezondere ecosystemen.’

Onderwijsminister Ingrid van Engelshoven reikte de cheque voor het onderzoekscentrum begin van de middag uit in Utrecht. In totaal honoreert NWO de ontwikkeling van tien onderzoekcentra voor een bedrag van 138 miljoen euro.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.