Organisatie - 1 januari 1970
Nederlandse boer verliest koppositie in Europa
De Nederlandse landbouw verliest zijn voorsprong in de Europese markt. Schaalvergroting is in Nederland lastig door ruimtegebrek, terwijl concurrenten in vooral Spanje wel verder kunnen groeien. Varkenshouderij en tuinbouw kunnen ernstige concurrentie verwachten.
De Nederlandse bloementeelt is nog steeds de grootste in Europa, maar dat gaat niet op voor andere sectoren. Met een aandeel in de landbouwproductie van zeven procent staat Nederland op de zesde plaats in Europa. Maar de productie in Nederland groeit nauwelijks, terwijl die in Spanje groeit met vijf procent per jaar.
Vooral de varkenshouderij en de tuinbouw in Spanje groeien. ‘Zij zijn een marktpositie aan het veroveren ten koste van hun Nederlandse collega’s’, aldus ir Cees de Bont, projectleider van het onderzoek. Nederland is nu nog de grootste leverancier van varkensvlees in de EU, maar in Spanje verdubbelde het aantal varkens het afgelopen decennium, terwijl dat in Nederland afnam met negentien procent. Het LEI verwacht dan ook dat Spanje Nederland zal inhalen als varkensland. Grond en arbeidskrachten zijn er ruimer voorhanden. Ook in andere sectoren kunnen Nederlandse producenten meer concurrentie gaan verwachten in de toekomst, bijvoorbeeld van megabedrijven in de akkerbouw uit Frankrijk en Duitsland.
Ook in milieuvriendelijkheid loopt Nederland niet voorop. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ligt in Nederland en België per hectare nog steeds het hoogst van alle landen van de EU, al was er ook de sterkste afname over de jaren negentig te zien. Ook gebruikt de Nederlandse landbouw relatief veel energie, vooral door de glastuinbouw. Tenslotte blijkt Nederland ook niet voorop te lopen als het gaat om de handhaving van strenge regels voor dierwelzijn, wat door de sector wel eens beweerd wordt. | J.T.