Student
Het echte werk

Muggenvallen plaatsen in Curaçao

Wie? Marieke de Cock, masterstudent BiologieWat? Stage bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)Waar? Willemstad, Curaçao
Echica van Kelle

‘Ik was eigenlijk altijd onderweg. Met een andere stagiaire en twee locals reed ik in een pick-up het hele eiland over. We bepaalden eerst willekeurige punten om metingen te doen en probeerden dan via Google Maps een huis te kiezen dat bij dat punt stond. Het was alleen een uitdaging om de gekozen huizen vervolgens te vinden, want op Curaçao staan huizen vaak dwars door elkaar. Dan heb je bijvoorbeeld eerst huisnummer 7, daarnaast nummer 60 en vervolgens nummer 50. De bewoners van de huizen waar we langsgingen, wilden bijna altijd meewerken. Ze nodigden ons uit om binnen te komen, gaven ons iets te drinken en begonnen dan bijvoorbeeld hele verhalen over hun kinderen te vertellen. Dat ik zo in contact kwam met de lokale mensen, die vaak heel enthousiast waren en ook gewoon Nederlands spraken, vond ik het leukst.

Beerput

Ik heb een risicokaart gemaakt voor de gelekoortsmug, Aedes aegypti. Bij de gekozen huizen stelden we eerst aan de bewoners een paar vragen over risicofactoren voor muggen. We vroegen bijvoorbeeld of ze een beerput hebben, omdat bepaalde muggen daarin broeden. Vervolgens plaatsten we bij elk huis een muggenval, een soort emmer met water en hooi, die muggen aantrekt die eitjes willen leggen. Er zat een kap overheen, zodat de muggen niet naar buiten konden vliegen, en binnenin zat een papier waar de muggen aan vastplakten als ze er tegenaan vlogen. Na een week haalden we de vallen weer op en konden we de gevangen muggen tellen.We moesten zorgen dat de muggenvallen overdekt waren, zodat er niet te veel regen in kwam, en dat ze in de schaduw stonden, zodat het water niet verdampte. Het ging het niet altijd goed; soms werd een val vernield door honden. Dan besloten we maar gewoon naar het volgende huis te gaan.

Arm en rijk

Je merkte dat arm en rijk in Curaçao gescheiden leven. Er waren woonwijken met een grote poort en een bewaker, waarbinnen iedereen afzonderlijk leek te leven. In de armere buurten ondernamen de mensen juist veel meer met elkaar.Eigenlijk belden we overal aan, ook in de armere delen waar de politie ’s avonds niet komt. Overdag was dat meestal prima te doen. Maar soms zeiden de locals waar we mee waren wel: ‘Nee, dit huis is niet goed, we gaan naar het volgende’. En dan luisterden we wel, want zij kennen het daar beter dan wij.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.