Wetenschap - 1 januari 1970
Ministers willen een Europees onderwijssysteem
Ministers willen een Europees onderwijssysteem
Over tien jaar moet het zover zijn in Europa: oon transparant hoger onderwijssysteem, zodat studenten zonder hindernissen een periode over de grens kunnen studeren. Om dat mogelijk te maken, moet de onderlinge vergelijkbaarheid van opleidingen worden verbeterd. Dat hebben de onderwijsministers van 29 Europese landen, onder wie minister Hermans, met elkaar afgesproken in Bologna (Italiƫ)
Europa krijgt op termijn een hoger onderwijssysteem dat gebaseerd is op twee pijlers: undergraduate-opleidingen met een bachelors-titel (BSc) en graduate-opleidingen met een masterstitel (MSc). Wageningen is al bezig over te schakelen op dit BSc/MSc-model
Hermans heeft in de verklaring van de ministers apart laten opnemen dat Nederland ook hogescholen heeft die opleiden tot bachelor. Daardoor kent Nederland twee soorten bachelorgraden. Na de BSc-fase kunnen studenten hun doctoraal halen, de graduate-studie. Universiteiten mogen zelf bepalen of zij studenten met de bachelorstitel tot die tweede cyclus toelaten. De laatste jaren bieden hogescholen ook een groeiend aantal masteropleidingen aan, van wisselende kwaliteit en ook sterk variƫrend in prijs. Het gaat om korte post-hbo-studies, bedoeld voor mensen die al een tijdje werken en nieuwe kennis willen opdoen. Wie zo'n cursus heeft afgerond, mag zich master of science noemen
De mastertitel van het hbo wordt in Nederland echter niet wettelijk erkend. Hermans wil daar verandering in brengen. De kwaliteit van de mastercursussen moet gekeurd en geregistreerd worden. Alleen cursussen die voor deze test slagen, mogen de mastertitel uitreiken.