Wetenschap

Meeste vis komt in de toekomst van het land

In 2050 hebben we naar schatting zo’n honderd miljoen ton extra vis nodig om de groeiende wereldbevolking te voeden. Met de visserij gaan we het niet redden, maar wel met de kweekvijvers, zegt Johan Verreth die vandaag afscheid neemt als hoogleraar bij Aquacultuur en Visserij.
Tessa Louwerens

Een garnalenkweekvijver © Shutterstock

‘Als we in 2050 allemaal vlees willen eten, dan hebben we een extra aarde nodig. Maar allemaal vegetariër worden lijkt mij niet realistisch’, zegt Johan Verreth. Een gevarieerd menu, waarin we een deel van ons vlees vervangen door vis en groente, is volgens hem de beste optie.

Afrika en Azië

De zeevisserij bereikte zo’n twintig jaar geleden al een plafond met bijna negentig miljoen ton vis per jaar. Wereldwijd komt inmiddels iets meer dan de helft van alle vis die we consumeren uit viskweek. Het zal volgens Verreth niet lang meer duren tot vis de belangrijkste leverancier van dierlijk eiwit wordt. Want de wereldwijde visconsumptie stijgt en is sinds 1970 verdubbeld naar ruim 20 kilogram per persoon per jaar.

Vooral in Afrika en Azië groeit de vraag naar vis, vertelt Verreth. De consumptie zal de komende vijf jaar met tientallen procenten stijgen. Het is dus de vraag of die honderd miljoen ton extra vis die nodig is om aan de vraag te voldoen gerealiseerd kan worden. Verreth denkt dat het wel moet lukken.

Aquacultuur staat nog in de kinderschoenen en ik denk dat we nog veel verder kunnen komen om het duurzamer te maken

Johan Verreth, hoogleraar Aquacultuur en Visserij

Blauwe revolutie

Daarvoor is het volgens hem wel noodzakelijk om te investeren in innovaties. ‘Net zoals we ongeveer 50 jaar geleden de groene revolutie hadden in de landbouw, is het nu tijd voor een blauwe revolutie.’ Hij denkt dan bijvoorbeeld aan het gericht fokken met vissen. ‘De veehouderij is daar al erg ver mee, maar aquacultuur staat nog in de kinderschoenen. Ik denk dat we met aquacultuur nog veel verder kunnen komen om het duurzamer en milieuvriendelijker te maken.’ Op deze manier kun je gezonde dieren selecteren die efficiënt omgaan met hun voeding.

Ook wordt gekeken hoe viskweeksystemen zoveel mogelijk circulair kunnen worden ingericht, waardoor ze efficiënter en milieuvriendelijk zijn. Verreth: ‘Ongeveer 70 procent van alle aquacultuur vindt plaats in kweekvijvers. Daarbij kan je gebruik maken van het ecosysteem in zo’n vijver. Het afval dat de vissen produceren, wordt door bacteriën in de vijver omgezet in biomassa. De bacterie-vlokken die daarbij ontstaan kunnen vervolgens weer door de vissen, of garnalen, gegeten worden. Daardoor hoef je minder voer erbij te geven.’

Over zo’n dertig jaar zal tweederde van alle geconsumeerde vis uit de kweekvijvers komen

Om deze innovaties te realiseren is het volgens Verreth van belang om ook aandacht te besteden aan de maatschappelijke kant. Er heerst namelijk veel angst en onzekerheid bij mensen. Bijvoorbeeld over het gebruik van genetische modificatie of antibiotica en de milieuimpact. Verreth: ‘Het is dus belangrijk om afvalstoffen zoveel mogelijk te hergebruiken en te zoeken naar alternatieve bronnen voor visvoeders zoals algen of reststromen. Tegelijkertijd moet er duidelijk worden gecommuniceerd, zodat mensen geen verkeerd beeld hebben, zoals nu het geval lijkt te zijn bij het antibioticagebruik in de viskwekerij.’

Over zo’n dertig jaar zal tweederde van alle geconsumeerde vis uit de kweekvijvers komen, zo schat Verreth. ‘De zeevisserij zal een rol blijven spelen, maar kan niet meer vangen dan ze nu al doet. Daar is het vooral van belang om betere beheersystemen te ontwikkelen, met name in tropische gebieden.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.