Organisatie
Onderwijs

Massaal in je eentje

Gratis vakken, interactief opgezet en gratis te volgen op internet. Steeds meer universiteiten bieden ze aan, ook in Nederland. Toch ziet Wageningen Universiteit haar toekomst online anders.Door Linda van der Nat en Rob Ramaker

College van de allerbeste docenten, helemaal niets betalen en dan lekker met je pyjama nog aan in bed studeren. Klinkt dat als een goede deal? Zo ja, dan leef je precies op het goede moment. Op internet zijn er honderden cursussen die precies dit bieden. Ze heten MOOC’s, oftewel massive open online courses, en ze lijken net op normale vakken. Net als op de universiteit worden de vakken jaarlijks maar één of twee keer gegeven. Alleen nu volg je in je eigen tempo colleges die zijn opgehakt in filmpjes van 1 tot 3 minuten, met quizvragen na afloop om te testen of je de stof begrijpt. Als je tegen problemen aanloopt, kun je op fora je docent en andere studenten vragen stellen. Je huiswerk wordt nagekeken door de computer of je medestudenten. En als je het tentamen haalt, krijg je een certificaat. Afgelopen jaar verschenen er al honderden MOOC’s. Het merendeel op het gebied van informatica, wiskunde en natuurkunde, maar je kunt ook vakken volgen over biolo­gie, antieke geschiedenis en rechten. Deze cursussen trekken massale belangstelling: een doorsnee MOOC trekt zo’n 50.000 studenten, maar voor klappers als artificial intelligence zijn dat er 160.000. Vergelijk dat met de – hoogstens – honderden die bij een regulier college fysiek in de collegezaal zitten. Aanjagers van het fenomeen MOOC zijn de Amerikaanse topuniversiteiten. Dat zorgde voor een snelle verspreiding, vertelt Anka Mulder, secretaris en directeur Onderwijs van de TU Delft en online-onderwijsexpert: ‘De betrokkenheid van Harvard, Stanford en MIT is een signaal voor andere universiteiten: als zij het doen, dan is er vast een reden voor.’ Vanaf begin dit jaar volgen Nederlandse universiteiten hun voorbeeld. De Universiteit Leiden, de UvA en TU Delft waren de eerste die gratis online cursussen aanbieden. Praktisch betekent dit dat zij geld investeren om hun kennis gratis weg te geven. Dat lijkt vreemd, maar er zijn verschillende goede redenen om dat te doen, vertelt Mulder. ‘De eerste is idealisme. Als je goed onderwijs biedt, is het belangrijk dit voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken.’ Daarnaast meent ze dat de universiteit er zelf ook van profiteert: ‘MOOC’s vergroten de zichtbaarheid; honderdduizenden studenten over de hele wereld zien ze.’ Mulder verwacht ook dat het ontwikkelen van MOOC’s innovaties oplevert die doorsijpelen in het reguliere onderwijs. ‘Daarmee zijn we voorloper in die onderwijsinnovaties.’

Sceptisch

In Wageningen tonen de onderwijskundigen zich sceptisch over MOOC’s. ‘Ze passen niet zo goed bij ons,’ zegt Michèle Gimbrère, senior beleidsmedewerker onderwijs, ‘niet wat betreft inhoud en niet wat betreft manier van onderwijs geven.’ Zo botst de ‘massieve’ schaal met de Wageningse filosofie van kleinschaligheid en intensieve interactie met docenten. Bovendien kan de WU niet zomaar miljoenen uittrekken voor een experiment; het heeft niet de diepe zakken van Stanford dat afgelopen jaar een miljard in fondsen ontving. Hoogstens ziet Gimbrère iets in MOOC’s als uithangbord: ‘Je zou ze misschien kunnen gebruiken om te laten zien hoe goed de Wageningse expertise is en om studenten de sfeer te laten proeven van het onderwijs hier.’ Dat betekent niet dat Gimbrère geen toekomst ziet in online onderwijs. Het moet simpelweg met minder studenten en een hoger niveau. ‘Daarom zetten wij in op distance learning,’ zegt Gimbrère. Nu worden er al individuele vakken aangeboden die studenten op afstand volgen, maar er zijn meer ambitieuze plannen. ‘We zijn twee opleidingen aan het ontwerpen die bijna helemaal via distance learning te volgen zijn,’ zegt Gimbrère. ‘Dat zijn Wageningse opleidingen met échte interactie.’ Studenten, vaak werkende professionals, betalen daarbij gewoon collegegeld. Qua vorm en veelzijdigheid lijken de vakken wel sterk op MOOC’s, vertelt plantwetenschapper Jan-Kees Goud, die twee vakken geschikt maakte voor distance learning. ‘We bieden studiemateriaal aan op MSc-niveau. Dat kan via computermodules, video, opgenomen colleges, discussiefora, online samenwerking en begeleiding.’ Goud is zelf erg tevreden over distance learning tot dusver. ‘Het werkt heel goed, de resultaten zijn beter als je het vergelijkt met de reguliere vakken. Ook is het evaluatiecijfer vaak heel hoog. Een ruime vier op een schaal van vijf.’

Laag succespercentage

Om het verschil tussen de twee benaderingen van afstandsonderwijs te illustreren, wijst Gimbrère op de lage succespercentages van MOOC’s. Bij met merendeel van de cursussen haalt nog geen 10 procent de eindstreep. Bij de meest succesvolle vakken loopt dit op tot zo’n 20 procent. Desastreuze percentages, vergeleken met een regulier universitair vak. Anka Mulder laat zich daardoor niet ontmoedigen. ‘Maar een MOOC heeft dan ook een ander doel dan het online aanbieden van een complete opleiding’ zegt Mulder, die meent dat MOOC’s en distance learning prima naast elkaar kunnen bestaan. ‘Zo biedt de TU Delft vanaf september ook een online masterprogramma aan. En dat stelt heel andere eisen dan een MOOC.’ Mulder kijkt dan ook heel anders naar de succesgetallen. Als voorbeeld neemt ze het vak artificial intelligence waar zo’n 14 procent van de 160.000 deelnemers slaagde: zo’n 22.000 studenten. Een professor bereikt met een conventioneel vak in zijn hele carrière niet eens zoveel studenten. Mulder: ‘Als zulke aantallen een cursus afmaken, dan is dat gewoon enorme winst.’ Natuurlijk ziet ze nog wel praktische uitdagingen met online onderwijs: ‘Zo kun je tentamineren beter nog niet online doen. Wij willen zeker weten dat diegene die het tentamen maakt, is wie hij zegt dat hij is.’ Verder wil ze onderzoeken hoe je practica en de sociale interacties van een studie online brengt. Uiteindelijk zal online onderwijs het ‘campusonderwijs’ niet verdringen, denkt ze, maar zullen ze elkaar onderling beïnvloeden en verbeteren. Mulder is dan ook beducht voor de ‘mijn-opleiding-kan-niet-online’ reflex. ‘Mensen denken vaak in risico’s, maar ik denk voorlopig in kansen.’

Hype

In de Verenigde Staten draait de hypemachine intussen op volle toeren. Afgelopen januari schetste journalist Thomas Friedman in zijn column in de New York Times utopische vergezichten. MOOC’s gaan volgens hem wereldwijd een goede opleiding bieden aan de kansarmen. Uiteindelijk zullen ze het idee van een universiteit en een diploma helemaal overhoop halen. Studenten gaan straks niet meer naar één universiteit maar stellen een bul samen als een à la carte menu uit een lijst van topvakken. Techniekjournalist Nicholas Carr tempert zulke verwachtingen. Nieuwe media zorgen altijd voor overspannen verwachtingen, meent hij. Niet alleen de introductie van internet en computers zouden het onderwijs onherkenbaar veranderen, ook bij de televisie was sprake van overspannen verwachtingen, en bij de radio, fonograaf en jawel de moderne posterijen. Of zoals MIT-professor Seymour Papert in 1984 zei: ‘There won’t be schools in the future. I think the computer will blow up the school.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.