Wetenschap - 1 januari 1970
Maagdelijk voortplanten heeft prijskaartje
Maagdelijk voortplantende sluipwespen hebben een streepje voor als biologische bestrijders van plagen. Maar er hangt ook een prijskaartje aan het seksloze bestaan. De Iraanse onderzoeker Mohammad Javad Ardeh (MSc) ontdekte tijdens zijn promotieonderzoek dat een sluipwesp die gewoon aan seks is blijven doen, meer nakomelingen krijgt. Helaas is de helft hiervan wel een ‘nutteloos mannetje’.
Ardeh heeft in zijn onderzoek gebruik gemaakt van twee verschillende populaties van de sluipwesp Eretmocerus mundus. De uit Spanje afkomstige populatie wordt al commercieel ingezet als natuurlijke vijand van de witte vlieg en plant zich gewoon seksueel voort. In Australië leeft echter een populatie die zich maagdelijk (aseksueel) voortplant doordat zij besmet is geraakt met de Wolbachia-bacterie. Deze bacterie zit in de eicellen en manipuleert de voortplanting van de sluipwespen zo dat er alleen nog aseksuele vrouwtjes worden voortgebracht.
Kortom: een uitgelezen kans om de prestaties van beide populaties eens goed met elkaar te vergelijken. In de meeste opzichten ontlopen de gedragingen van beide groepen sluipwespen elkaar niet, zo blijkt uit de waarnemingen van Ardeh. Wel legt de aseksuele sluipwesp bijna de helft minder eieren en krijgt de seksuele aanzienlijk meer nakomelingen. Maar de helft van die nakomelingen zijn ‘helaas’ mannetjes. Ardeh: ‘Voor de lange termijn en bij lage dichtheden van witte vlieg is het beter de aseksuele sluipwesp in te zetten. Maar bij een echte plaag is het juist gunstiger de seksuele sluipwesp te gebruiken. Een seksueel vrouwtje legt immers meer eieren. In de helft zit weliswaar een mannetje maar dat betekent dat er wel weer een plaaginsect het loodje legt’.
Een curieuze ontdekking van Ardeh was dat de aseksuele vrouwtjes geen enkele lustgevoelens meer opwekken bij de seksuele mannetjes. ‘Ik heb in ieder geval geen geslaagde copulaties kunnen waarnemen die tot een levende hybride hebben geleid. Genetisch verschillen de populaties ook aanzienlijk dus misschien moeten we ze eigenlijk beschouwen als twee biologische gescheiden soorten’, aldus Ardeh. / GvM
Mohammed Javad Ardeh promoveert maandag 7 februari bij prof. Joop van Lenteren, hoogleraar Entomologie.