Wetenschap

Landbouw in 2040: meer mens, minder machine

Voor een écht duurzame landbouw zijn radicale maatregelen nodig. Meino Smit schetst in zijn proefschrift het beeld van zo’n landbouw waar niet de machine, maar de mens weer voorop staat.
Roelof Kleis

Meino Smit © Roelof Kleis

De landbouw van nu is verre van duurzaam. Sterker nog, die is volgens Smit nog nooit zo onduurzaam geweest als nu. In het proefschrift De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw, waarop hij deze week promoveerde, toont hij dat aan. Smit laat de ontwikkeling van de voetafdruk van de landbouw zien in de periode 1950-2015. Daarbij zoomt hij in op het directe en indirecte gebruik van energie, land en arbeid. Indirect gebruik duidt hier op middelen die nodig zijn om de primaire landbouw mogelijk te maken. ‘Bij arbeid heb je het dan bijvoorbeeld over het personeel in de trekkerfabriek, de mensen die soja verbouwen in Zuid-Amerika, het personeel dat voor het transport zorgt etcetera’, licht Smit toe. Idem dito voor de energie en het landgebruik.

Veelzeggend

De resultaten van die rekenexercitie zijn veelzeggend. Het directe landgebruik voor de landbouw is sinds 1950 met ongeveer eenvijfde afgenomen tot 1,8 miljoen hectare. Maar daar staat een toename tegenover van het indirecte gebruik van grond elders in Nederland of de wereld van bijna 3 miljoen hectare. We gebruiken dus veel meer grond om landbouw mogelijk te maken dan de landbouw zelf gebruikt.

proefschrift meino smit.jpgEenzelfde beeld doemt op bij het energie- en landgebruik. Door mechanisatie en schaalvergroting werkt nu nog maar een vijfde van het aantal mensen in de landbouw vergeleken met 1950. De indirecte arbeid is daarentegen meer dan verdubbeld en is groter dan de directe arbeid. De grond brengt wel meer op (in kilo product en calorische waarde)

, maar daarvoor is zes keer zoveel input van energie nodig dan vroeger. ‘Als je het op deze manier bekijkt, is de duurzaamheid van de landbouw in die periode alleen maar minder geworden.’

Was dat een verrassing?

Nee. Ik ben zelf biologisch akkerbouwer. Als ik om me heen kijk, zie ik steeds zwaardere machines, steeds groter, steeds meer energiegebruik. Het wordt allemaal steeds gekker. En dan lees ik in de landbouwbladen dat de landbouw steeds duurzamer wordt. Ik dacht op een gegeven moment: dat kan niet waar zijn. Hier klopt iets niet. Ik wilde mijn gedachten wel eens toetsen aan de feiten. Daarom ben ik in 2010 aan dit proefschrift begonnen. En mijn beeld klopt. Als je duurzaamheid definieert op basis van het totale gebruik van energie, land en arbeid, dan krijg je een heel ander plaatje. Dit is naar mijn idee een veel betere en eerlijker benadering.’

Smit ging vervolgens een stap verder. Hij schetste een toekomstbeeld van een echt duurzame landbouw in 2040. Een landbouw die voldoet aan de klimaatdoelstelling van het akkoord van Parijs. Dat scenario leest als een revolutie. Voor grootschalige im- en export is geen plek meer, de vaderlandse landbouw produceert alleen nog maar voor de eigen bevolking. Die bevolking moet de helft minder vlees eten. De intensieve veehouderij verdwijnt. Vijf keer meer mensen dan nu werken op het land. En dan vooral met op handkracht gebaseerde machines. Grondstoffen worden zoveel mogelijk hergebruikt.

Bent u gek geworden? Hoe realistisch is dit?

Laat ik het omdraaien: hoe realistisch is het om het niet te doen? Als je niets doet, laat je de boel crashen. Ik probeer een crash te voorkomen en aan Parijs te voldoen. Dát is realistisch, terwijl sommige mensen irreëel bezig zijn, want die gaan op de oude voet verder.’

De duurzame landbouw van 2040 zal op onderdelen lijken op die van 1950, schrijft u in het proefschrift. Is dat het doel?

Nee, ik wil helemaal niet terug naar de jaren vijftig. Ik wil toe naar een duurzame kringlooplandbouw. De landbouw van de jaren vijftig bevatte hele waardevolle elementen, waar we wat van kunnen leren. Er waren toen veel meer gemengde bedrijven, waar dierlijke en plantaardige productie waren verweven. De akkers waren kleiner. Het landschap bevatte veel meer natuurlijke elementen. Het landbouwsysteem was teelttechnisch veel stabieler, de biodiversiteit was groter en de ziektedruk lager.’

Ik wil helemaal niet terug naar de jaren vijftig

Meino SMit

Hoe krijg je vijf keer zoveel mensen aan het werk op het land? De landbouw leunt nu al zwaar op Oost-Europeanen, omdat niemand anders dat werk wil doen.

‘Zo beroerd is werken op het land niet. En ik spreek uit ervaring. Er zijn een heleboel mensen die graag boer willen worden. Bovendien verandert het werk zelf ook. Grote bedrijven zijn in mijn scenario voor een duurzame landbouw niet nodig. Op een klein bedrijf is het heel anders werken. Er zijn moderne hulpmiddelen die het werken met de hand veraangenamen. En metonderzoek kun je op dat vlak nog veel meer doen. Er zal nieuwe technologie ontwikkeld moeten worden die niet is gericht op het vervangen van handarbeid, maar op het zo prettig mogelijk kunnen werken op het land.’Hoe verhoudt uw schets van de landbouw van 2040 zich tot de nieuwe landbouwvisie van minister Schouten? ‘De minister schrijft in abstracto dat we naar een duurzame kringlooplandbouw moeten. Maar ze zegt niet hoe, en daar zit de angel. Met de uitgangspunten van de minister kun je het moeilijk oneens zijn. Het probleem zit ’m in de maatregelen die nodig zijn. Zij ontloopt harde keuzes. Dat vind ík dus irreëel. Dat is de ogen sluiten voor de werkelijkheid. Ik zie mijn scenario als een invulling van de visie van Schouten. Kijk, ik heb ook de wijsheid niet in pacht, maar ik laat tenminste wel zien wat het betekent als je wél keuzes maakt. En als je duurzaamheid bekijkt vanuit mijn methode, dan kom ik maar tot één conclusie: dan kom jeongeveer uit bij mijn scenario.’

Wil je meedenken en doorpraten over de kringlooplandbouw? Kom naar hetlunchdebat van Resourceop maandag 17 september in Impulse. Sprekers: Martin Scholten, Anne van Doorn en Toine Timmermans. Allen hebben zij de minister geadviseerd over kringlooplandbouw. Aanvang: 12.30 uur.

Lees meer:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.