Student - 8 november 2007
Koolmeeskastje van rietturven
Een Afrikaanse hut, een zitbol en een vogelkastje zijn een paar van de toepassingen die derdejaars studenten tuinarchitectuur van Van Hall Larenstein hebben bedacht voor de rietturven uit natuurgebied De Wieden en nationaal park De Weerribben in Overijssel. Het project, waarbij de toekomstige tuinarchitecten hun creativiteit mochten loslaten op turven van rietafval, wordt deze week afgesloten.

Riet snijden maakt in De Weerribben en De Wieden deel uit van het beheer. Het rietafval wordt tot turven geperst met een machine die oorspronkelijk klei voor dakpannen perste. De zongedroogde turven zijn twintig centimeter lang, tien centimeter breed en vijf hoog. Staatsbosbeheer wil weten of het rietafval nog iets kan betekenen. Studenten uit Velp onderzocht de mogelijkheden voor tuintoepassingen. De toekomstige tuinarchitecten lieten tijdens een presentatie in september eerst zien hoe de turven als plantenbak, border of vijverrand te gebruiken zijn. Daarna gingen ze aan de slag met minder voor de hand liggende ideeën.
‘De meeste kans om in een tuincentrum verkocht te worden, heeft het koolmeeskastje. Dat is ook in een productieproces makkelijk te maken’, denkt Ter Mull. De turven worden hierbij geperst tot bouwpakket. Ook origineel vindt hij de zitbol, met uitsparingen in een grote bol van rietturven als zitplaats. Verschillende groepjes studenten gebruiken de turven als blokken om muren, speelgoed en zelfs een Afrikaanse hut mee te maken. Maar de turven kunnen ook dienst doen als tegels voor binnen en buiten, onderzetters en zelfs als grafmonument.